In opdracht van de gemeente Apeldoorn heeft RAAP een archeologisch onderzoek, waaronder een opgraving, uitgevoerd in verband met de renovatie van de atletiekbaan van de atletiekvereniging AV’34 in de gemeente Apeldoorn. Het onderzoek diende te worden uitgevoerd omdat een groot deel van het plangebied samenvalt met een beschermd terrein met een zeer hoge archeologische waarde. De status van het terrein hangt samen met ijzerproductie in de middeleeuwen. Ter plaatse van het nieuw aan te leggen systeem met infiltratiekratten direct buiten het monument is een opgraving van 597 m² uitgevoerd. Ter hoogte van de locaties van de acht nieuw te plaatsen lichtmasten is een booronderzoek uitgevoerd . Bij het verwijderen van oude elementen en bij ondiepe graafwerkzaamheden ten behoeve van de uitbreiding van de nieuwe baan is archeologisch toezicht gehouden. Bij deze werkzaamheden was in principe geen archeologisch onderzoek met aanvullende eisen verplicht gesteld. Door de uitgevoerde archeologische werkzaamheden tijdens het toezicht zijn de betreffende werkzaamheden de facto archeologisch begeleidt.
Het plangebied ligt geomorfologisch gezien op een stuwwalglooiing. De van oorsprong natuurlijke helling is ter plaatste van de (vlakke) atletiekbaan echter ingrijpend gewijzigd. Het voorheen aanwezige plaggendek is bij de egalisatiewerkzaamheden ten behoeve van de baanaanleg grotendeels verschoven, al dan niet aangevuld met grond van elders. In de werkputten en boringen is overal een verstoorde bodem vastgesteld met een abrupte overgang naar de (B)C-horizont. Alleen in het meest oostelijke deel van het plangebied is een zone met begraven, ten dele intacte podzolen aanwezig.
In de opgravingsput WP 10 zijn geen archeologische grondsporen aangetroffen. Op het gehele opgravingsvlak is een dichte reeks aan parallelle greppels aangetroffen, die zijn ontstaan bij machinale bodemwerkzaamheden in de 20e eeuw. Ook vondsten uit de 19e en 20e eeuw zijn te relateren aan die moderne werkzaamheden en grondgebruik. Er zijn zowel in WP 10 als elders op het terrein ook oudere vondsten aangetroffen die wijzen op het landgebruik in de prehistorie en de middeleeuwen, zoals handgevormd aardewerk, verbrande leem, schillen van klapperstenen, ijzerslakken en vuur- en natuursteen. Het betreft in alle gevallen losse vondsten zonder directe archeologische context.
