Lieve Vrouweplein te Didam Wonen en begraven rond de kerktoren te Didam; een archeologische opgraving en een archeologische begeleiding

Inleiding In opdracht van Roelofs Infra en Milieu BV heeft RAAP een archeologische opgraving en een archeologische begeleiding uitgevoerd in het kader van het project Centrumplan Didam in de gemeente Montferland. De onderzoeken vonden plaats ten westen en ten noorden van de Mariakerk te Didam. Het voornaamste doel van het onderzoek was het veiligstellen van de wetenschappelijke informatie (behoud ex situ). Landschap In het plangebied zijn nieuwetijdse ophogingen aanwezig die dateren in de periode 1700-1965. Deze ophogingen zijn het resultaat van bemesting van tuin- en akkergrond, bouw en afbraak van woningen en aanleg van bestrating. Onder de ophogingen is een cultuurlaag aanwezig die dateert vóór 1100, voorafgaand aan de eerste intensieve bewoning in het plangebied. Deze cultuurlaag is bewerkt geweest (door de ploeg en de schop). Het plangebied is gelegen op een ondergrond van zandige rivierterrasresten en kent alleen aan de noordzijde nog resten van natuurlijke bodemvorming. Archeologie De archeologische sporen zijn de resten van twee vindplaatsen uit de middeleeuwen / nieuwe tijd: een nederzettingsterrein en het voormalige kerkhof rond de Mariakerk te Didam. De sporen bestaan uit paalsporen van houten gebouwen en bijgebouwen, kuilen voor zandwinning en/of opslag (of afvalkuilen), waterputten voor de watervoorziening en een enkele greppel voor mogelijke erfbegrenzingen. Daarnaast zijn bakstenen muren, een plavuizen vloer en meerdere beerputten en - kuilen aangetroffen. Uit de grote hoeveelheid paalsporen konden twee roedebergen worden gereconstrueerd met een datering in de late middeleeuwen. De roedebergen dienden voor de droge opslag van hooi. In de zuidoostelijke hoek van de opgraving is een mogelijk deel van een gebouwplattegrond zichtbaar, maar het grootste deel van deze structuur ligt buiten de werkput. In totaal zijn maar liefst de resten van zeventien waterputten teruggevonden variërend in datering van de late middeleeuwen (vanaf 1180) tot in de nieuwe tijd (na 1700). Opvallend is dat de boomstamputten en tonputten met name op een strook langs de oostzijde zijn gelegen, precies op de lijn van een laatmiddeleeuwse greppel (S65). Dit impliceert een bepaalde perceelscheiding waarbij de watervoorziening leidend was. De muren, plavuizen vloer en de beerputjes behoren samen met enkele kuilen en twee waterputten tot de resten van woningen die aan de zuidzijde van het huidige Lieve Vrouweplein hebben gestaan tot in de jaren 30 van de twintigste eeuw. De woningen en percelen zijn op de kadastrale kaart van 1832 reeds grotendeels zichtbaar. Tijdens de archeologische begeleiding aan de noordzijde van de Mariakerk zijn inhumatiegraven en een knekelkuil aangetroffen in de bovenste ophogingslagen van het kerkhof . Deze sporen dateren vermoedelijk in de negentiende en begin twintigste eeuw. Aanbevelingen Met deze opgraving is het grootste deel van de wetenschappelijke informatie ex situ bewaard, zodat verder archeologisch veldonderzoek niet meer aan de orde is binnen de geplande verstoringsdiepte. De restanten van de zeventien waterputten onder grondwaterniveau zijn echter nog in context aanwezig. Het grondwaterniveau en de geplande werkzaamheden waarbij een stabiele ondergrond benodigd is beletten het verder opgraven van de waterputten. Bij toekomstige werkzaamheden dient hier rekening mee te worden gehouden, omdat het onderzoeksgebied vanaf grondwaterniveau niet vrijgegeven kan worden voor grondroerende werkzaamheden. Voor het gebied rond de Mariakerk blijft de archeologische verwachting onverminderd hoog op het aantreffen van archeologie uit alle perioden vanaf het laat-mesolithicum tot in de nieuwe tijd. De nadruk ligt wel op de aanwezigheid van sporen en vondsten uit de middeleeuwen en nieuwe tijd, waarbij de ontwikkeling van de nederzetting Didam een leidend thema kan zijn in de onderzoeken. Bij toekomstige inrichtingsplannen wordt geadviseerd de begrenzing van het voormalige kerkhof (bekend bij de gemeente Montferland en RAAP) leidend te laten zijn, en de graafwerkzaamheden vooral buiten de kerkhofgrens te plannen.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-xrs-shg9
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-95-rj59
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:345707
Provenance
Creator te Kiefte, D.
Publisher Data Archiving and Networked Services (DANS)
Contributor Gelderland; RAAP Archeologisch Adviesbureau
Publication Year 2024
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; DANS License; https://dans.knaw.nl/en/about/organisation-and-policy/legal-information/DANSLicence.pdf
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Dataset
Format pg (image/jpeg); xml bestand; jpg (image/jpeg); pdf (application/pdf); gml bestand (geography markup language, geodata); gml (.gml)
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (6.126 LON, 51.938 LAT); Gelderland; Montferland; Didam; Lieve Vrouweplein; 40E (kaartblad)