In november 2008 heeft ACVU-HBS een Inventariserend Veldonderzoek door middel van Proefsleuven uitgevoerd in het plangebied Geldermalsen-Proeftuinen. Hierbij zijn drie archeologische vindplaatsen aangetroffen met een totale omvang van ca. 2,4 ha. Deze vindplaatsen zijn gewaardeerd en behoudenswaardig bevonden. Aan het bevoegd gezag (gemeente Geldermalsen) wordt geadviseerd de drie vindplaatsen duurzaam te beschermen of, wanneer dit niet mogelijk is, op te graven. Het resterende deel van het ca. 12 ha grootte plangebied kan met uitzondering van de niet onderzochte delen vrijgegeven worden voor ontwikkeling.
De drie vindplaatsen betreffen twee nederzettingen en een mogelijk grafveld. Nederzetting Noord is een woonplaats uit de Late Bronstijd - eerste helft van de Late IJzertijd. De omvang van nederzetting Noord is ca. 1.2 ha. Nederzetting Oost is een woonplaats uit Midden IJzertijd (ca. 450-250 voor Chr.), met een mogelijke uitloop tot de eerste helft van de Late IJzertijd (ca. 250-150 voor Chr.). De omvang van nederzetting Oost is ca. 1 ha. Beide nederzettingen zijn goed begrensd. Dit geldt niet voor het grafveld. In het plangebied is één graf aangetroffen, maar zijn er waarschijnlijk meer aanwezig. De omvang van het grafveld is op basis van enigszins arbitraire begrenzingen gesteld op 0.2 ha.
De sporen en vondsten in alle drie de vindplaatsen zijn aangetroffen op een diepte van ca. 30- 50 cm beneden het huidige maaiveld. Onder de oppervlakte gaat een complex systeem van oude waterlopen schuil. De locatie van de vindplaatsen is verbonden aan de loop van de verschillende geulsystemen. De archeologische resten zijn over het algemeen goed bewaard. Verstoring van deze resten door recente agrarische activiteiten en natuurlijke processen heeft slechts in beperkte mate plaatsgevonden.
Indien het bevoegd gezag besluit de behoudenswaardige vindplaatsen duurzaam te beschermen van dan dient de ontwikkeling van het plangebied Proeftuinen hieraan aangepast te worden. Welke maatregelen hiervoor nodig zijn hangt af van het definitieve ontwikkelingsplan. Als besloten wordt één of meerdere vindplaatsen op te graven dan zal hiervoor door een senior archeoloog een nieuw Programma van Eisen opgesteld moeten worden.
