Tussen 11 juli en 16 augustus 2005 heeft Archeologisch Onderzoek Leiden (Archol BV) in opdracht van Prorail, onder directievoering van Vestigia BV, Archeologie en cultuurhistorie een inventariserend veldonderzoek ( IVO-fase 3) verricht op drie locaties (Module 3, 4 en 5) binnen het toekomstige tracé van de Hanzelijn ‘Oude Land’. Ten behoeve van het onderzoek is door Vestigia een Programma van Eisen (PvE) opgesteld (afb. 1). In totaal zijn er verdeeld over de drie modules 29 proefsleuven, aangelegd met een breedte van 4 meter en wissellende lengte. Op Module 3, 4 en 5 zijn respectievelijk 1, 4 en 24 sleuven gegraven met een gezamelijk oppervlak van 8664 vierkante meter.
In verband met de grootte van met name het onderzoeksgebied op Module 5 is, in overleg met de directievoerder, besloten alle putten individueel te bespreken (hoofdstuk 6 t/m 31). Hierin wordt per put een beeld geschetst van de bodemopbouw ter plekke, de grondsporen, het vondstmateriaal en tenslotte de conclusies die betrekking hebben op de directe omgeving van deze put. In hoofdstuk 32 worden de algemene conclusies en waarderingen voor de drie locaties besproken, waarbij voor Module 5 het onderzoeksterrein in 6 zones is verdeeld.
Hierbij willen beide auteurs de vele materiaal-/periode- specialisten bedanken voor de hulp bij de analyse van het vuursteen, steen, hout en aardwerk: drs. C. Vermeeren (BIAX), prof. dr. L.P. Louwe Kooijmans (Faculteit Archeologie, Universiteit Leiden), dr. L. Verhart (RMO), drs. E. Drenth (ROB), drs. H. Peeters (ROB), dr. D. de Loecker (Faculteit Archeologie, Universiteit Leiden) en dr. A. Verpoorte (Faculteit Archeologie, Universiteit Leiden).