Op basis van de beschikbare aardwetenschappelijke, archeologische en historische gegevens werd in het Archeologisch Bureauonderzoek een gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel opgesteld. Het opgestelde verwachtingsmodel werd tijdens het Inventariserend Veldonderzoek door middel van vier verkennende boringen (tot maximaal 6 meter beneden maaiveld) getoetst. Uit de boringen blijkt dat in het plangebied diepreikende geulafzettingen van het Laagpakket van Walcheren aanwezig zijn. Oudere geologische niveau’s zijn geërodeerd of volledig weggeslagen. Daarnaast blijkt de top van de afzettingen van het Laagpakket van Walcheren door de (sub-)recente bodemingrepen (aanleg, gebruik en ruimen van de begraafplaats, aanleg en slopen van de voormalige bebouwing) ernstig verstoord. Op basis van de veldtoets kon het verwachtingsmodel worden bijgesteld:
voor het Laagpakket van Wormer geldt geen verwachting op het aantreffen van vindplaatsen
voor het Hollandveen Laagpakket geldt geen verwachting op het aantreffen van vindplaatsen
voor de top van het Laagpakket van Walcheren geldt een lage verwachting op het aantreffen van vindplaatsen uit de Middeleeuwen tot en met de Nieuwe Tijd