In opdracht van Janssen Biologics bv heeft Archol een archeologische opgraving uitgevoerd op een terrein aan de zuidzijde van perceel Einsteinweg 101 te Leiden. Aanleiding voor de opgraving zijn de plannen voor de inrichting van een vriezerpark op deze locatie. Voorafgaand aan de opgraving heeft een inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven plaatsgevonden. Daarbij zijn resten van de voormalige boerderij Veldheim aangetroffen. Op basis van aangetroffen vondstmateriaal werd er vanuit gegaan dat de funderingen deels uit de late middeleeuwen (13e - 14e eeuw) stammen. Op basis van de proefsleuven zijn de archeologische resten behoudenswaardig geacht. Omdat deze vanwege de voorgenomen ontwikkeling niet in situ behouden konden worden, was een opgraving noodzakelijk.

Tijdens de opgraving zijn de resten van boerderij Veldheim inderdaad aangetroffen, maar er zijn ook oudere sporen gevonden. De oudste sporen dateren uit de periode 700-900 en betreffen enkele paalsporen, kuilen en greppels. Ook uit de periode 1000-1300 zijn enkele grondsporen gevonden, waaronder een greppel waaruit aardewerk en botmateriaal verzameld is.

De stenen boerderij heeft zijn oorsprong in de tweede helft van de 15e of in de 16e eeuw. De boerderij is destijds grotendeels opgebouwd uit hergebruikte kloostermoppen uit de 12e of 13e eeuw. Op een gegeven moment is de boerderij afgebroken. Deze sloop hangt mogelijk samen met het Beleg van Leiden in 1573-1574, waarbij gebouwen rondom de stad werden afgebroken om te voorkomen dat de belegeraars zich in de panden konden verschansen. In de loop van de 17e eeuw is de boerderij opnieuw opgebouwd, waarna deze tot in de 20e eeuw bewoond gebleven is. In de loop van de eeuwen zijn er verschillende, kleinere, aanpassingen gedaan aan de boerderij, wat het een complex gebouw maakt om te dateren en te interpreteren. In 1965 is de boerderij afgebroken om plaats te maken voor nieuwbouw van de Universiteit Leiden.