De aanleiding tot het onderzoek bestond uit het voornemen om een buiten gebruik gestelde 50kV kabelverbinding te verwijderen. Het plangebied is binnen Bestemmingsplan Buitengebied gesitueerd in gebieden waarvoor een dubbelbestemming waarde archeologie 1 of 2 geldt. Omdat door de opdrachtgever niet voldoende kon worden aangetoond dat de graafwerkzaamheden bij het verwijderen van de 50kV kabelverbinding gegarandeerd binnen het reeds verstoorde aanlegprofiel zouden blijven werd door de gemeente Terneuzen bepaald dat de graafwerkzaamheden binnen een deel van het tracé onder Archeologische Begeleiding (protocol Opgraven) moesten worden uitgevoerd. Het te begeleiden deel betreft het kabeltracé langs de Goesseweg te Hoek.
Op basis van een eerder uitgevoerd bureauonderzoek werden binnen het onderzoeksgebied resten verwacht van de in oorsprong 12de eeuwse moerparochie Stee(n)landt. Net ten zuiden van het huidige onderzoeksgebied, bij het aanleggen van de sloten aan de andere kant van de Goesseweg, werden immers waarnemingen gedaan van menselijke begravingen en stookplekken, en meer naar het noorden, aan de andere zijde van de Sluispolderdijk ook kloostermoppen.
Tijdens de uitgevoerde Archeologische Begeleiding werden geen archeologische sporen aangetroffen. De vondst van twee fragmenten menselijk bot lijkt de aanwezigheid van skeletresten, en met de nodige omzichtigheid, de aanwezigheid van een begraafplaats in de onmiddellijke omgeving van het onderzoeksgebied te bevestigen. Het is niet uit te sluiten dat deze zich ook ter plaatse van het onderzoeksgebied uitstrekt maar de ingreep was te beperkt en te ondiep om hieromtrent waarnemingen te doen. Concluderend kan gesteld worden dat het huidig onderzoek geen wezenlijke bijdrage levert aan het bevestigen, noch het ontkrachten, van de aanwezigheid, locatie en omvang van het verdronken dorp Stee(n)landt en daaraan te relateren structuren.