Eindrapportage archeologisch vooronderzoek (2896.002) De Bongerd 2 te Lengel

Gespecificeerde archeologische verwachting Op basis van het bureauonderzoek wordt de aanwezigheid van resten uit de periode (Laat-)Paleolithicum t/m Middeleeuwen middelhoog geacht en voor de periode Nieuwe tijd laag geacht. Het plangebied ligt namelijk binnen een gebied van hellingsafspoelingen, op de flank/overgang tussen het westelijk gelegen stuwwallengebied van Montferland en het oostelijk gelegen voormalige stroomdal van de Rijn. Een afdekkende laag gordeldekzand wordt niet verwacht. Het plangebied zal vanaf het vanaf het Laat-Paleolithicum al voldoende gunstig is geweest voor Jagers-Verzamelaars en vanaf het Neolithicum voor Landbouwers. Historisch kaartmateriaal geeft aan dat het plangebied vanaf in ieder geval de tweede helft van de 18e eeuw tot aan begin jaren ’40 van de 20e eeuw in agrarisch gebruik was (akkerland). Vermoedelijk is er in de periode vóór de introductie van kunstmest een plaggendek opgebracht. In de periode tussen circa 1940 en 1965 heeft het plangebied deel uitgemaakt van een terrein waar zandafgraving heeft plaatsgevonden. Begin jaren ’70 van de 20e eeuw is de huidige in-richting van het plangebied ontstaan, in de tijd dat de bebouwde kom van ‘s-Heerenberg zich sterk uitbreidde.

Verder ten oosten van het plangebied zijn diverse archeologische vindplaatsen bekend, wat aangeeft dat als bewoningslocatie de landschappelijke overgangsposities werden gekozen van het gordeldek-zandgebied naar het rivierterrassengebied. Wellicht dat de hoger gelegen daluitspoelingswaaiers en de overgang naar het stuwwallengebied van Montferland minder de voorkeur hadden als bewoningslocatie, vandaar dat er in de directe omgeving van het plangebied tot op heden geen archeologische resten zijn gevonden.

Resultaten inventariserend veldonderzoek Uit de resultaten van het inventariserend veldonderzoek (IVO, verkennende fase direct gecombineerd met de karterende fase) blijkt dat het van nature gevormde bodemprofiel reeds vergraven is ten gevolge van activiteiten van de voormalige zandafgraving. Meest waarschijnlijk betrof dit een holtpodzolbodem waar wellicht ook nog een plaggendek was opgebracht, uit de periode voor de zandafgraving toen het plangebied vanaf in ieder geval de tweede helft van de 18e eeuw een gebruik kende als akkerland. Om het ontstane reliëf te vereffenen en het gebied bouwrijp te maken voor woningbouw is grond aangevoerd met het bovenste deel bestaande uit humeuze grond (ten behoeve van de siertuin rondom de bestaande kerk en de beheerderswoning. De natuurlijke afzettingen (C-horizont) betreffen sneeuwsmeltwaterafzettingen die in de noordoostelijke helft van het plangebied nog duidelijke bedekt zijn met dekzanden. Het archeologisch sporen- en vondstniveau is binnen het gehele plangebied reeds vergraven. Ook zijn er geen archeologische resten aangetroffen.

Conclusie Geconcludeerd wordt dat er op basis van de resultaten van het gecombineerd verkennend en karterend booronderzoek er geen aanwijzing zijn om resten van een basis-/extractiekamp (Jagers-Verzamelaars, een nederzettingscomplex of huisplaats (Landbouwers) (complextype 4c), afvaldumps (complextype 3a) en/of puntlocaties van zeer kleine omvang (complextype 0) nog binnen het plangebied te verwachten. Er zijn voor de archeologie geen gevolgen vanuit de voorgenomen bodemingrepen.

Advies Op grond van het ontbreken van archeologische waarden, adviseert Econsultancy om, ten aanzien van de geplande bodemingrepen, in het kader van de Archeologische Monumentenzorg (AMZ) geen vervolgonderzoek te laten plaatsvinden. Het van nature gevormde bodemprofiel is binnen het gehele plangebied reeds vergraven. Daarmee is ook het archeologisch sporen- en vondstniveau vergraven. Ook zijn er geen archeologische resten aangetroffen.

Dit advies is voorgelegd aan het bevoegd gezag in kwestie, Burgemeester en Wethouders van de gemeente Montferland en door middel van een selectiebesluit als zodanig bekrachtigd (beoordeling archeologisch rapport door mevrouw ing. A.M. Zonneveld, d.d. 26 januari 2017). Met bovenstaand advies wordt ingestemd.

Wel dient te allen tijde bij het afgeven van een omgevingsvergunning de wettelijke meldingsplicht (Erfgoedwet 2016) kenbaar te worden gemaakt om het documenteren van toevalsvondsten te garanderen: Degene die anders dan bij het doen van opgravingen een zaak vindt waarvan hij weet dan wel redelijkerwijs moet vermoeden dat het een monument is (in roerende of onroerende zin), meldt die zaak zo spoedig mogelijk bij Onze minister. Deze aangifte dient te gebeuren bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in Amersfoort. Het verdient aanbeveling ook de verantwoordelijk ambtenaar van de gemeente Montferland (mevrouw ing. A.M. Zonneveld) hiervan per direct in kennis te stellen.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-xkt-fgu2
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-c37e-2w
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:68178
Provenance
Creator Broeke, E.M. ten
Publisher Econsultancy
Contributor Econsultancy
Publication Year 2017
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/licenses/by/4.0; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Text
Format application/pdf
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (6.259 LON, 51.880 LAT); De Bongerd 2; Gemeente Montferland; Montferland; Gelderland