Goes Fr. Naereboutstraat - Pasteurstraat - Wille Barentszstraat Goes Fr. Naereboutstraat - Pasteurstraat - Willem Barentszstraat, Gemeente Goes. Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van verkennende boringen

In opdracht van RWS Projecten b.v. heeft Artefact! Advies en Onderzoek in Erfgoed in november en december 2018 een Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van verkennende boringen uitgevoerd. Het plangebied wordt ingesloten door de Zuidvlietstraat, Heemskerkstraat, Pasteurstraat en Willem Barentszstraat. RWS Projecten b.v. heeft het voornemen om het gebied opnieuw in te richten. Hiertoe worden de bestaande woningen gesloopt. Binnen het plangebied wordt vervangende nieuwbouw gerealiseerd. Deze geplande herinrichting past voor deelgebied A, gelegen ten noorden van de Fr. Naereboutstraat, binnen het vigerende bestemmingsplan. Voor deelgebied B, gelegen ten zuiden van de Fr. Naereboutstraat, past deze geplande herinrichting niet in het vigerende bestemmingsplan. Het Archeologisch Bureauonderzoek en een Inventariserend Veldonderzoek door middel van boringen wordt dan ook uitgevoerd in het kader van de aanvraag van een Omgevingsvergunning voor deelgebied A en een bestemmingsplanwijziging voor deelgebied B. Het plangebied beslaat een totale oppervlakte van circa 10.656 m2.

Op basis van de beschikbare aardwetenschappelijke, archeologische en historische gegevens is in het archeologisch bureauonderzoek een gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel opgesteld. Er kan samengevat gesteld worden dat binnen het plangebied is gelegen in het komgebied, op de rand van de kreekrug die vanaf het zuidoosten richting het noordwesten loopt. Op deze kreekrug is onder andere Goes gesticht en zijn verschillende Middeleeuwse en Nieuwe Tijdse vindplaatsen bekend. Vanaf de oudste beschikbare kaarten uit de 16de eeuw wordt tot en met het einde van de 20ste eeuw geen bebouwing weergegeven ter hoogte van het plangebied. Tot het midden van de 20ste eeuw is het terrein in gebruik als weiland. Doorheen het zuidwestelijke deel van het plangebied liep een oude watergang. Deze watergang is in de Nieuwe Tijd gedempt. Rond het midden van de 20ste eeuw wordt het plangebied bebouwd. Deze bebouwing is tot op heden nog aanwezig binnen het plangebied. Voor het aanbrengen van de funderingen van de huidige bebouwing zijn funderingsbalken uitgegraven en is een kruipruimte voorzien. Hierdoor is de bodem voor het aanbrengen van de funderingsbalken tot circa 0,90 meter beneden maaiveld verstoord. De bodem is tussen deze funderingsbalken tot circa 0,45 meter beneden maaiveld ontgraven. Op basis van het archeologisch bureauonderzoek geldt voor de vroege prehistorie geen verwachting. Voor het Neolithicum, Bronstijd, Middeleeuwen en Nieuwe Tijd geldt een lage verwachting. Voor de Romeinse Tijd en IJzertijd geldt een middelhoge verwachting indien het veen intact is. Mogelijk is echter voor het grootste deel van het plangebied het veen gemoerneerd. Deze verwachting is ingegeven door ouder onderzoek in de wegen rondom het plangebied. Wanneer blijkt dat het veen geërodeerd is en/of gemoerneerd is, komt de middelhoge verwachting te vervallen.

Tijdens het inventariserend veldonderzoek is het opgestelde verwachtingsmodel middels 12 verkennende boringen (tot maximaal 3,00 meter beneden maaiveld) getoetst. Hierbij dient opgemerkt dat dit veldonderzoek gericht was op het toetsen van de (geologische) verwachting en niet op het opsporen van eventuele vindplaatsen. Op basis van de resultaten van het booronderzoek kon worden vastgesteld dat onder de opgebrachte lagen in de meeste boringen een oude bouwvoor is vastgesteld. Uitzondering hierop vormen vijf boringen waarbij bij twee boringen slootvullingen zijn aangetroffen en bij de overige drie boringen de bodem (beperkt) verstoord is. Onder de bouwvoor komen vanaf minimaal 0,50 meter beneden maaiveld (1,27 meter -NAP) natuurlijke komafzettingen van het Laagpakket van Walcheren voor. Het onderliggende Hollandveen is met uitzondering van één boring overal gemoerneerd. Enkel in boring 2 is de top van het veen bewaard vanaf 1,05 meter beneden maaiveld (1,82 meter -NAP). De top van het veen is in deze boring niet veraard. Onder de afzettingen van het Hollandveen Laagpakket zijn zandige kleiafzettingen van het Laagpakket van Wormer aangetroffen. Opvallend is dat in twee boringen in het westelijke deel van deelgebied A de top van het Laagpakket van Wormer reeds op respectievelijk 1,25 en 1,60 meter beneden maaiveld (2,02 en 2,28 meter -NAP) is aangetroffen. In de overige boringen is de top vanaf 1,95 meter beneden maaiveld (2,63 meter -NAP) vastgesteld. De resultaten van de boringen stemmen overeen met de resultaten verkregen uit het Inventariserend Veldonderzoek door RAAP in 2015.

resultaten verkregen uit het Inventariserend Veldonderzoek door RAAP in 2015. Op basis van de resultaten verkregen uit het Inventariserend Veldonderzoek door middel van boringen kan het verwachtingsmodel worden aangepast: - De lage verwachting voor het Neolithicum blijft grotendeels ongewijzigd. Echter dient de verwachting voor het terrein rondom boringen 2 en 3 bijgesteld te worden naar middelhoog. De top van het Laagpakket van Wormer is rondom deze boringen hoger aangetroffen dan in de overige boringen. Dit maakt dat dit deel van het terrein hoger en mogelijk droger lag. Vindplaatsen uit deze perioden kunnen worden aangetroffen op het niveau van het Laagpakket van Wormer. De top van dit laagpakket is in de boringen aangetroffen tussen 1,25 en 2,60 meter beneden maaiveld (2,02 en 3,34 meter -NAP). - De lage verwachting voor de Bronstijd en de middelhoge verwachting voor de IJzertijd en Romeinse Tijd komt te vervallen. Het veen is binnen het plangebied vrijwel overal gemoerneerd. Een uitzondering vormt boring 2 waar het veen intact is bewaard. Het kan niet uitgesloten worden dat deze boring op een veendam is geplaatst tussen de moerneringskuilen. Voor boring 2 geldt dan ook een middelhoge verwachting voor het Hollandveen Laagpakket. De top van het Hollandveen Laagpakket is in de boringen vastgesteld tussen 1,05 en 2,25 meter beneden maaiveld (1,82 en 2,99 meter –NAP). - Voor het volledige plangebied kan de lage tot middelhoge verwachting voor de Middeleeuwen worden bijgesteld naar een lage verwachting. Binnen het plangebied is moernering aangetroffen dat dateert uit de Middeleeuwen. Daarnaast is een cultuurlaag aangetroffen, meer specifiek de oude bouwvoor, en enkele sloten uit de Nieuwe Tijd. Voor de Nieuwe Tijd kan de lage verwachting gehandhaafd blijven.

Op basis van voorliggend onderzoek kan gesteld worden dat binnen het plangebied geen tot een lage verwachting geldt op het aantreffen van vindplaatsen. Enkel ter plaatse van boringen 2 en 3 (deelgebied A) geldt een middelhoge verwachting op het aantreffen van vindplaatsen op het Hollandveen Laagpakket en het Laagpakket van Wormer. Vindplaatsen kunnen worden aangetroffen vanaf circa 1,05 meter beneden maaiveld (1,82 meter –NAP).

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-xmf-5dwx
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-3e-4cfw
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:159656
Provenance
Creator Artefact! Advies en Onderzoek in Erfgoed
Publisher Artefact! Advies en Onderzoek in Erfgoed
Contributor Zeeland; Artefact! Advies en Onderzoek in Erfgoed
Publication Year 2020
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/licenses/by/4.0; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Dataset
Format sbn; jpg; dbf; sbx; csv; prj; shp; pdf; qix; shx; cpg
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (3.314 LON, 47.975 LAT); Zeeland; Goes; Goes; Zuidvlietstraat, Heemskerkstraat, Fr. Naereboutstraat, Pasteurstraat, Willem Barentszstraat; 65H (kaartblad)