Plangebied Waterlooppad (nabij Blauwmutsenpad) te Zoeterwoude, gemeente Zoeterwoude; archeologisch vooronderzoek: een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek)

In opdracht van het Hoogheemraadschap van Rijnland heeft RAAP in februari en maart 2020 een archeologisch vooronderzoek in de vorm van een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek) uitgevoerd voor het plangebied Waterlooppad (nabij Blauwmutsenpad) te Zoeterwoude. Het onderzoek vond plaats in het kader van een omgevingsvergunning. De plannen bestaan uit de bouw van een nieuw gemaal.

Op basis van het bureauonderzoek werd de volgende bodemopbouw verwacht (van boven naar beneden): een bouwvoor/ophogingslagen (inclusief een dijk), dek-/komafzettingen van het Laagpakket van Walcheren, een dik pakket Hollandveen en getijde-/estuariene afzettingen van het Laagpakket van Wormer. Er bestond een niet nader gespecificeerde verwachting voor het neolithicum. Er bestond een middelhoge verwachting voor bewoningsporen en –resten uit de bronstijd t/m de vroege middeleeuwen. Er bestond een lage verwachting voor bewoningsresten uit de late middeleeuwen-nieuwe tijd, maar er werden in ieder geval wel ophogingslagen uit de tijd dat de dijk in het plangebied is opgeworpen (vanaf de 16e eeuw) verwacht.

In alle boringen zijn onder het maaiveld opgebrachte en rommelige lagen aanwezig. Deze pakketten zijn dikker in de boringen die in de dijk langs de Meerburgwetering zijn uitgevoerd, maar reiken tot ongeveer hetzelfde niveau ( in het algemeen tussen 1,7 en 1,95 m -NAP) ten oosten van de dijk. Deze lagen bestaan voornamelijk uit matig-sterk zandige, grijze klei. In 4 boringen zijn rond 1,7 m –NAP sterk puinhoudende lagen aangeboord, die waarschijnlijk deel van het dijklichaam betreffen. In het opgeboorde materiaal zijn enkele fragmenten glas uit de late middeleeuwen-nieuwe tijd B en een fragment tegel uit de 17e eeuw waargenomen, alsmede sintels die in de 19e-20e eeuw kunnen worden gedateerd. Waarschijnlijk zijn op zijn minst enkele van deze indicatoren in de bodem terecht gekomen ten tijde dat de dijk werd opgeworpen of verstevigd. Er is geen duidelijke fasering in de lagen en indicatoren te onderscheiden. Onder de opgebrachte lagen zijn kom-, oever- en/of geulafzettingen van het Laagpakket van Walcheren aanwezig, die in zeer dynamische en variabele afzettingsmilieus zijn afgezet. In 2 boringen zijn tussen 1,45 en 2,6 m –NAP oeverafzettingen aangeboord. In principe bestaat voor deze afzettingen een middelhoge archeologische verwachting, maar lijkt het waarschijnlijk dat hoger gelegen oeverafzettingen dichter bij de loop van de Oude Rijn aantrekkelijker waren voor bewoning in de ijzertijd-vroege middeleeuwen. In alle boringen zijn onder de sedimenten van het Laagpakket van Walcheren pakketten Hollandveen aangetroffen.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-zf4-9qqj
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-8u-o72e
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:190438
Provenance
Creator Peeters, D.
Publisher RAAP Archeologisch Adviesbureau BV
Contributor RAAP Archeologisch Adviesbureau BV
Publication Year 2020
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/licenses/by/4.0; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Dataset
Format .csv; .GeoJson
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (4.514 LON, 52.140 LAT); Netherlands