S210089 IVO-K Kantonnaleweg 1 te Utrecht

Op basis van het gespecificeerde verwachtingsmodel uit het bureauonderzoek is aan de hand van de Leidraad Inventariserend Veldonderzoek2 een karterend booronderzoek met een boordichtheid van ten minste 10 boringen per hectare uitgevoerd. Hiermee is het onderzoek karterend voor nederzettingsresten uit perioden vanaf de Bronstijd. Het doel van het karterend booronderzoek is het opsporen van eventueel aanwezige vindplaatsen die zich manifesteren als een archeologische laag (een doorwerkte laag sediment met archeologische indicatoren zoals bot-, houtskool- en aardewerkfragmenten) en het toetsen en zo nodig aanvullen van de archeologische verwachting. Aangezien het plangebied circa 2,3 ha groot is, zijn verspreid over het plangebied (afbeelding 3) in totaal 26 boringen gezet. Voor zover de terreinomstandigheden (bebouwing, verhardingen, begroeiing etc.) het toelieten, is een verspringend boorgrid van 30 bij 30 m gehanteerd voor een optimale verdeling van de boringen.Uit het karterend booronderzoek blijkt dat de natuurlijke ondergrond bestaat uit oever- of crevasse afzettingen op beddingafzettingen. De top van de natuurlijke afzettingen ligt tussen 40 en 160 cm –mv (-2 tot -80 cm NAP). Op de meeste plaatsen reikt de bodemverstoring 80 tot 200 cm diep, tot ver in de oever- of crevasse afzettingen. Op de natuurlijke afzettingen is in 5 van de 26 boringen een 10-20 cm dikke laag zwak tot matig zandige humeuze klei aangetroffen. Dit is vermoedelijk een oude bouwvoor die is ontstaan in de 20e eeuw toen het plangebied deels een boomgaard was en daarna is ontwikkeld als bedrijventerrein. Hierop liggen opgebrachte en omgewerkte lagen grof zand en puinresten. Tijdens het karterend booronderzoek is geen archeologische laag vastgesteld in de top van de oever- of crevasse afzettingen. Er zijn ook geen archeologische indicatoren aangetroffen in bovenliggende lagen. De verwachting voor vindplaatsen uit de periode IJzertijd tot en met de Vroege Middeleeuwen kan daarom naar laag worden bijgesteld.In een kleine zone (rond boringen 3, 4, 9, 10 en 26) waar karterende boringen zijn gestaakt binnen een meter diepte vanwege ondoordringbaar puin, is het exacte beeld van de diepere ondergrond niet vastgesteld maar ook in deze zone wordt de kans op aanwezigheid van archeologische waarden onder de ophogingslaag klein geacht vanwege de aangetoonde sterke bodemverstoringen direct rond deze zone.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-zqb-2pss
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-t8-7e29
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:238869
Provenance
Creator Bouter, H
Publisher Data Archiving and Networked Services (DANS)
Contributor Synthegra Archeologie
Publication Year 2022
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0; http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Text
Format application/pdf
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (5.050 LON, 52.125 LAT); Kantonnaleweg 1; Utrecht; Utrecht; Utrecht