KSP Archeologie heeft een archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek, karterende fase (IVO-(O)verig); booronderzoek) uitgevoerd voor de locatie aan de Bredestraat 22 in Wadenoijen (gemeente Tiel). Het onderzoek is uitgevoerd voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de nieuwbouwplannen van een loods.
Het doel van het archeologisch bureauonderzoek was het opstellen van een gespecificeerde archeologische verwachting voor het plangebied. Op basis van de landschappelijke ligging op de stroomgordel van Passewaaij, waardoor afzettingen ouder dan de Late IJzertijd door deze stroomgordel zijn geërodeerd, gold er geen verwachting meer voor vuursteenvind¬plaatsen uit het Laat-Paleolithicum tot en met het Midden-Neolithicum en nederzettingsterreinen vanaf het Laat-Neolithicum tot en met de Midden-IJzertijd. Voor het plangebied gold een hoge verwachting voor nederzettingsterreinen vanaf de Late IJzertijd tot en met de Volle Middeleeuwen (tot in de 13e eeuw). Voor de Late Middeleeuwen (vanaf de 13e eeuw) tot en met de Nieuwe tijd is op basis van de historische ontwikkeling een lage verwachting aan het plangebied toegekend.
Vervolgens is deze verwachting getoetst door middel van een inventariserend veldonderzoek, karterende fase. Uit het booronderzoek is gebleken dat de oorspronkelijk bodem binnen het plangebied een ooivaaggrond is. De bedding- en oeverafzettingen van de Passewaaij stroomgordel zijn afgedekt door een 40-50 cm komkleidek van de Linge en de Waal. Het onverstoorde potentiële archeologische niveau is in boring 2 aangetroffen vanaf 50 cm -mv en in de boringen 3 en 4 vanaf 80 cm -mv. Aangezien er geen archeologische indicatoren zijn aangetroffen, wordt de kans klein geacht dat binnen het plangebied een vindplaats aanwezig is. Op basis hiervan geldt er geen verwachting meer voor vuursteenvindplaatsen van jagers-verzamelaars uit het Laat-Paleolithicum tot en met Midden-Neolithicum en nederzettingsresten uit het Laat-Neolithicum tot en met de Midden-IJzertijd en is de hoge verwachting voor nederzettingsresten uit de Late IJzertijd tot en met de Volle Middeleeuwen (tot in de 13e eeuw) naar laag bijgesteld. De resultaten van het booronderzoek geven geen aanleiding om de lage verwachting voor resten uit de Late Middeleeuwen (vanaf de 13e eeuw) tot en met de Nieuwe tijd bij te stellen.
Aangezien er geen archeologische indicatoren zijn aangetroffen, wordt de kans klein geacht dat binnen het plangebied een vindplaats aanwezig is. Daarom vormen de voorgenomen graafwerkzaamheden geen bedreiging voor het archeologische bodemarchief. KSP Archeologie adviseert om de archeologische dubbelbestemming voor het plangebied te laten vervallen en geen archeologisch vervolgonderzoek uit te voeren.
Het rapport is beoordeeld (mevr. M. Remmig) door de gemeente (email van dhr. F. Kersten van 28-02-2024) en het advies om geen archeologische vervolgonderzoek uit te voeren is overgenomen.
