Waarde – Weelweg KRW2016: Locatie 44. Gemeente Reimerswaal.

Op basis van het bureauonderzoek kon samengevat gesteld worden dat binnen het plangebied de bodemopbouw vanaf het maaiveld bestaat uit jonge zeeklei, afzettingen van Laagpakket van Walcheren, gelegen op het Hollandveen Laagpakket op afzettingen van het Laagpakket van Wormer (oude zeeklei en zand). Over intactheid het dieper gelegen pleistocene dekzand (Laagpakket van Wierden) is niets bekend. Gelet op deze verwachte bodemopbouw gold er op basis van het bureauonderzoek een lage archeologische verwachting voor het aantreffen van vindplaatsen uit het Paleolithicum, het Mesolithicum en het Vroege/ Midden-Neolithicum (niveau pleistoceen dekzand). Voor het Laat-Neolithicum (niveau Laagpakket van Wormer) gold een middelhoge verwachting. Voor de Bronstijd gold een lage verwachting; voor de IJzertijd en Romeinse Tijd gold een hoge verwachting (niveau Hollandveen Laagpakket). Voor de Vroege Middeleeuwen gold een lage verwachting; en voor Late Middeleeuwen en Nieuwe Tijd gold een middelhoge verwachting op het aantreffen van vindplaatsen (niveau Laagpakket van Walcheren). Tijdens het inventariserend veldonderzoek werd het opgestelde verwachtingsmodel middels 9 verkennende boringen (tot maximaal 4,00 –mv) getoetst en aangescherpt. Hierbij dient opgemerkt dat dit veldonderzoek gericht was op het toetsen van de (geologische) verwachting en niet op het opsporen van eventuele vindplaatsen. Uit het booronderzoek blijkt dat binnen het plangebied de ondergrond, overeenkomstig de vooraf beschikbare geologische informatie, bestaat uit afzettingen behorende tot het Laagpakket van Walcheren (Duinkerke II/III afzettingen) op afzettingen behorende tot het Hollandveen Laagpakket op afzettingen behorende tot het Laagpakket van Wormer. De verwachting op de aanwezigheid van vindplaatsen uit de vroege prehistorie tot een met het Midden-Neolithicum kon vanwege de grote diepteligging van het pleistocene dekzand (Laagpakket van Wierden, circa 8 m –NAP) niet worden getoetst. Het dekzandniveau lag beneden de maximale boordiepte van het onderzoek. Voor het Laagpakket van Wormer, het Laat-Neolithicum, waarvan de top gelegen is op een diepte tussen 3,00 en 3,51 m –NAP (2,10 en 3,15 m –mv), wordt de verwachting bijgesteld naar laag, gezien het ontbreken van hoger gelegen landschapsdelen (zoals ruggen of oeverwallen) die gunstig waren voor bewoning. Het toenmalige lokale landschap was een getijdegebied. De verwachting voor de Bronstijd, IJzertijd en Romeinse Tijd, en Vroege Middeleeuwen wordt binnen het plangebied bepaald door de intactheid van het Hollandveen en de onderkant van het daarboven gelegen Laagpakket van Walcheren. Ter hoogte van boringen 1, 3 en 9 is het veen niet intact aanwezig door mariene erosie. In boringen 3 en 9 gaat het om lichte erosie aan de veentop; in boring 9 is het veen grotendeels weggeslagen. Hier resteert nog slechts 45 cm van het oorspronkelijke pakket. Aanwijzingen voor moernering (veenontginning) zijn waargenomen. In boringen 2, 5, 6 , 7, 8 Is het veen intact aangetroffen en is de veentop veraard, wat betekent dat het een aanzienlijke tijd aan het toenmalige oppervlak heeft gelegen. In boring 4 is een intacte, maar geen veraarde veentop waargenomen. Gelet op het grotendeels intact aangetroffen veen, blijft de verwachting voor de Bronstijd ongewijzigd op laag. Voor de IJzertijd en Romeinse Tijd blijft een hoge verwachting gelden, gelet op de in zes boringen aangetroffen intacte veentop, die in vijf boringen bovendien veraard is. Dit betekent dat eventueel aanwezige vindplaatsen nog intact kunnen zijn. De top van het veen ligt hier op een diepte variërend tussen 1,50 en 2,84 m –NAP (0,60 en 2,70 m –mv). Voor Vroege Middeleeuwen geldt dat de verwachting gehandhaafd blijft als lage verwachting, aangezien geen verstoringen van dit niveau (onderste delen van dit laagpakket) maar ook geen aanwijzingen voor vindplaatsen zijn waargenomen. Voor de Late Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd (Laagpakket van Walcheren) geldt dat de middelhoge verwachting eveneens ongewijzigd kan blijven, aangezien dit niveau, gelegen beneden de 30 tot 40 cm dikke bouwvoor, niet verstoord is. In boring 1,2 en 9 zijn beneden de bouwvoor, vanaf 0,54 m –NAP, puinbrokjes (niet recent) waargenomen die gelet op de diepteligging uit de Late Middeleeuwen of Nieuwe Tijd dateren. Voor het niveau van het Hollandveen (Brons- en IJzertijd, Romeinse Tijd) geldt dat het grotendeels intacte veenpakket maakt dat bij de voorziene bodemingrepen de kans bestaat dat eventueel aanwezige vindplaatsen verstoord kunnen raken. Dit geldt voornamelijk voor de veentop die in het zes van de negen boringen intact is waargenomen, en veelal veraard is, duidend gunstige bewoningscondities. De veentop kan aangetroffen worden vanaf 1,50 m –NAP (0,60 m –mv). Tevens kunnen in de beneden de bouwvoor (0,30 m –mv) gelegen afzettingen van het Laagpakket van Walcheren mogelijk vindplaatsen uit de Late Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd verstoord raken.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-23a-vdsf
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-8umq-95
Related Identifier https://doi.org/10.17026/dans-xf7-m4db
Related Identifier https://doi.org/10.17026/dans-z42-dm4b
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:67876
Provenance
Creator Besuijen, G.P.A.
Publisher Artefact! Advies en Onderzoek in Erfgoed
Contributor Artefact! Advies en Onderzoek in Erfgoed
Publication Year 2017
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/licenses/by/4.0; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Text
Format application/pdf
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (4.075 LON, 51.419 LAT); Zeeland; Gemeente Reimerswaal; Waarde; Weelweg