Aanvullend Archeologisch Onderzoek in het tracé van de Betuweroute, vindplaats 18, Dodewaard/Veedijk-West

Op verzoek van de Nederlandse Spoorwegen Railinfrabeheer Managementgroep Betuweroute heeft de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) een Aanvullend Archeologisch Onderzoek (AAO) uitgevoerd in de gemeente Dodewaard. Object van het onderzoek was een vindplaats (toponiem 'Veedijk-West') bij Dodewaard direct ten noorden van de A15, ten oosten van het viaduct van de Kerkstraat over genoemde rijksweg. Deze vindplaats is in 1994 verkend door de Stichting Regionaal Archeologisch Archiverings Project (RAAP) tijdens een boorcampagne. De vindplaats ligt in het tracé van de Betuweroute en wordt door de aanleg van het cunet bedreigd. Het doel van het AAO was inzicht te verkrijgen in de omvang, de aard en de kwaliteit van deze vindplaats ten behoeve van een definitieve waardering. Daartoe is in elf werkputten 184 m2 grond onderzocht, ofwel 1,2% van het oppervlak van de vindplaats. De vindplaats maakt deel uit van een grotere nederzetting waarvan een deel is opgegraven tijdens de aanleg van de rijksweg A15.33 Het in het AAO onderzochte deel bestaat uit twee concentraties die gelegen zijn op crevasseafzettingen (kalkloze zavel). De vondstlaag bestaat uit een zwartgrijze, kalkloze, tweetoppige, lichte klei. In de vondstlaag bevinden zich houtskool, (on)verbrand bot, verbrande klei, gebroken kwarts, aardewerk en kiezels. De vondstdichtheid buiten de concentraties neemt snel af en gaat over in een vondstruis. Tijdens de opgraving in 1967 zijn verscheidene huisplattegronden aangetroffen. Het is vooralsnog onduidelijk of er eveneens huisplattegronden liggen in het tijdens het AAO onderzochte terrein van de vindplaats. Er zijn weliswaar paalsporen gevonden, maar hierin is geen regelmatige configuratie herkend. Een kuil in de westelijke concentratie heeft evenmin een duidelijke functie. Het aardewerk is in hoofdzaak te dateren in een gevorderde fase van de Midden-Bronstijd (Hilversum fase 2/3). Daarnaast is ook ouder materiaal aangetroffen (potbeker en klokbeker) dat in het Laat-Neolithicum gedateerd kan worden (klokbekercultuur). Tevens zijn enkele scherfjes uit de Vroege Bronstijd (wederom potbeker- en wikkeldraadaardewerk) en uit een vroege fase uit de Midden-Bronstijd gevonden (Hilversum 1), maar deze vormen slechts een kleine fractie op het totaal. Het aardewerk is redelijk goed geconserveerd. Omdat de vondstlaag boven de gemiddeld laagste grondwaterstand ligt, is de conservering van de ecologische resten niet optimaal. Toch zijn bij het botanisch onderzoek enkele verkoolde zaden (graankorrels) aangetroffen. Het bot verkeert in een iets betere staat van conservering en het lijkt mogelijk om enkele uitspraken te doen omtrent landbouw- en voedseleconomie. Vindplaats 18 is behoudenswaardig op grond van gaafheid, zeldzaamheid en landschappelijke en archeologische contextwaarde.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-x6m-xqsj
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-r73-vlt
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:39162
Provenance
Creator Bulten, E.E.B.
Publisher ROB, Amersfoort
Contributor Dijk, J. van; Dinter, M. van; Haaster, H. van; Mooren, J.R.; ROB, Amersfoort
Publication Year 2011
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0; http://creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Text
Format QuarkXpress; application/postscript
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (5.674 LON, 51.919 LAT); Gelderland; Dodewaard; Veedijk-West