Opdrachtgever: Hoogheemraadschap Delfland. In de periode 21 februari 2005 t/m 1 mei 2005 is een Inventariserend Veldonderzoek d.m.v. proefsleuven uitgevoerd i.v.m. de geplande aanleg van een waterberging in de Hoekpolder. Het betrof onderzoek van een middeleeuwse terp. In de periode 1 januari 2007 t/m 1 augustus 2007 is een archeologische begeleiding uitgevoerd. Bij het onderzoek is naast een aantal kleine onduidelijke sporen een vindplaats uit de twaalfde eeuw aangetroffen. De vindplaats is een huisterp die aan de hand van de stratigrafie en de samenstelling van het aardewerk te dateren is in de twaalfde eeuw. De vindplaats bevindt zich op een bewoningslint uit de twaalfde eeuw. Ten westen van de vindplaats bevindt zich dat lint net ten noorden van de Zweth. Het lint zet zich ten oosten van het lint voort langs dezelfde lijn met bewoning op kreekruggen en de oever van de Gantel met de vindplaatsen als Hoekpolder 3, de Beatrixlaan en de Tubasingel (vindplaats Rijswijk De Bult). De verkaveling in de omgeving van de terp lijkt aan de terp te zijn aangepast. Dat houdt in dat de ontginning waarbij de verkaveling hoort ten tijde van het gebruik van de terp in de twaalfde eeuw heeft plaatsgevonden. Een grote overstroming die rond 1135 plaatsvond en waarbij de Poeldijklaag werd afgezet zal tot die ontginning de aanleiding zijn geweest. Het is echter niet onwaarschijnlijk dat de verkaveling van die ontginning is gebaseerd op een oudere ontginning. Een ontginningsas wordt gevormd door de strandwal ten noorden van de Hoekpolder. De vindplaats lijkt aan het eind van de twaalfde eeuw weer verlaten te worden. Een verklaring daarvoor kan het inklinken van het veen zijn. Zowel het Hollandveen als de Hoekpolderveenlaag zijn door inklinking aanzienlijk in volume afgenomen. Vergeleken met de vindplaatsen op het twaalfde-eeuwse bewoningslint op de kreekruggen ligt het maaiveld bij de terp nu ruim een meter lager. De ontwatering door de ontginning zal al vrij snel het veen hebben ontwaterd waardoor het veen inklonk en het maaiveld daalde. Net ten oosten van de vindplaats ligt het kleidek van de Gantel die minder sterk daalde. Daarmee kwam de vindplaats in een laagte te liggen en daarmee minder aantrekkelijk worden als woonplaats. De boerderij is enkele honderden meters in noordelijke richting verplaatst. Daar ligt een bewoningslint waar nu nog boerderijen staan.