In opdracht van de gemeente Purmerend heeft RAAP in oktober 2021 een archeologisch vooronderzoek in de vorm van een inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek) uitgevoerd voor het plangebied Overwhere Zuid te Purmerend in de gemeente Purmerend. Het onderzoek vond plaats in het kader van de aanvraag van een omgevingsvergunning. Voor het plangebied is door RAAP reeds een bureauonderzoek uitgevoerd, waarin voor de geplande bodemingrepen is geadviseerd een verkennend booronderzoek uit te voeren. De gemeente Purmerend heeft in het kader van de aanvraag voor een omgevingsvergunning het uitvoeren van dit archeologisch vervolgonderzoek verplicht gesteld middels een selectiebesluit. Op grond van de onderzoeksresultaten en onder verwijzing naar de doelstellingen, kunnen de volgende uitspraken worden gedaan:  In het plangebied is onder een dikke laag ophoogzand een bouwvoor van voor de aanleg van de relatief recente woonwijk aanwezig. Deze laag is gelegen op dekafzettingen van de IJe Laag, gelegen op een pakket Hollandveen, op slappe wad- en wadgeulafzettingen van het Laagpakket van Wormer.  Tijdens het veldonderzoek is het niveau uit de steentijd niet bereikt. De niet nader gespecificeerde archeologische verwachting voor vindplaatsen uit de steentijd blijft op basis hiervan ongewijzigd.  Tijdens het veldonderzoek zijn geen aanwijzingen gezien voor de aanwezigheid van kreekruggen in de wadafzettingen van het Laagpakket van Wormer . Vandaar dat de archeologische verwachting voor het neolithicum op laag kan worden gesteld.  Het veenlandschap is gevormd in een nat en drassig milieu dat niet erg geschikt was voor bewoning. Tijdens het veldonderzoek zijn geen aanwijzingen gezien voor de aanwezigheid van archeologische resten van bewoning uit de middeleeuwen. De aangetroffen niet-veraarde veenlagen en dekafzettingen van de IJe Laag waren waarschijnlijk te nat voor bewoning, zodat de lage archeologische verwachting voor de periode bronstijd tot en met de middeleeuwen gehandhaafd kan worden.  Tijdens het veldonderzoek zijn geen aanwijzingen gezien voor de aanwezigheid van resten van bewoning uit de nieuwe tijd, zodat de verwachting voor geen resten van bebouwing uit deze periode ongewijzigd kan blijven. Op basis van de resultaten van dit onderzoek blijkt dat in het plangebied geen archeologische resten bedreigd worden. Daarom wordt in het kader van de voorgenomen bodemingrepen geen vervolgstap uit het proces van de Archeologische Monumentenzorg (AMZ) noodzakelijk geacht. Indien bij de uitvoering van de werkzaamheden onverwacht archeologische resten worden aangetroffen, dan is conform artikel 5.10 van de Erfgoedwet aanmelding van de desbetreffende vondsten bij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap c.q. de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed verplicht (vondstmelding via ARCHIS). Dit rapport geeft (selectie)adviezen. Het is aan de bevoegde overheid, de gemeente Purmerend, deze al dan niet over te nemen in de vorm van een (selectie)besluit.