Er is een verkennend booronderzoek uitgevoerd van 9 boringen. De bodem bestaat
van boven naar beneden uit komklei op oeverwalafzettingen van de meandergordel van Velddriel. Er zijn geen aanwijzingen voor een cultuurlaag aangetroffen. In boring 9 is vanaf een diepte van 1,6 m beneden maaiveld (1,06 m +NAP) zeer fijn matig siltig zand aanwezig. Deze zandlaag is anders van samenstelling dan de andere aangetroffen zandlagen en lijkt op pleistoceen dekzand. Mogelijk is een dekzandkop of pleistoceen zandduin aanwezig. In de top van het zand is geen bodemvorming aangetroffen. De flanken van dekzandkoppen waren tijdens het laat-paleolithicum tot en met het neolithicum geschikt voor bewoning.