In opdracht van Technivorm bv heeft RAAP in juni 2021 een archeologisch vooronderzoek in de vorm van een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek (verkennend booronderzoek) uitgevoerd voor het plangebied Industrieweg noord 4d te Amerongen in de gemeente Utrechtse Heuvelrug. Het onderzoek vond plaats in het kader van de aanvraag van een omgevingsvergunning. Op grond van de onderzoeksresultaten en onder verwijzing naar de doelstellingen, kunnen de volgende uitspraken worden gedaan:
Het plangebied kenmerkt zich door zijn ligging te midden van een ijssmel twaterwaaier, die in de late middeleeuwen tot en met de nieuwe tijd door een plaggendek is afgedekt . Tijdens het veldwerk is onder het plaggendek een deels intact bodemprofiel, vanaf een verploegde B-horizont aangetroffen. Dit duidt erop dat een eventuele vondstlaag die zich in de A-horizont zou hebben bevonden in het plaggendek uit de late middeleeuwen-nieuwe tijd is opgenomen en is verstoord. Vondsten zullen niet meer in situ in het plangebied aanwezig zijn en op basis hiervan kan de archeologische verwachting op het aantreffen van in situ resten van kampementen uit de periode paleolithicum tot het neolithicum naar laag worden bijgesteld.
De B-horizont is in het plangebied verploegd, maar voor het sporenniveau geldt dat mogelijk slechts ten dele. (Restanten van) diepere sporen kunnen nog worden aangetroffen. De hoge archeologische verwachting op het aantreffen van sporen van bewoning uit de periode neolithicum tot en met de vroege middeleeuwen kan worden bijgesteld naar middelhoog voor het plangebied. Of dergelijke bewoningssporen daadwerkelijk in het plangebied aanwezig zijn, is nog niet duidelijk. Dit kan niet worden vastgesteld m.b.v. booronderzoek.
In de late middeleeuwen tot en met de nieuwe tijd was het plangebied in gebruik als bouwland en is het aangetroffen plaggendek ontstaan. Het veldonderzoek bevestigt dit beeld. De lage archeologische verwachting op het aantreffen van resten van bewoning uit de late middeleeuwen en nieuwe tijd kan gehandhaafd worden.
Op basis van de resultaten van het onderzoek blijkt dat in het plangebied mogelijk archeologische resten bedreigd worden door de voorgenomen bodemingrepen.
