Graven langs de Merkelbeker Beek; Buitenring Parkstad Limburg, T5 vindplaats 10

In opdracht van de Provincie Limburg heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau in november 2013 een archeologische opgraving uitgevoerd in verband met de aanleg van Buitenring Parkstad Limburg in de gemeente Brunssum. Het primaire doel van deze opgraving was het veiligstellen van de wetenschappelijke informatie van deze vindplaats die tijdens archeologisch vooronderzoek is aangetroffen (behoud ex situ). Het onderzoeksgebied ligt op een naar het noordwesten georiënteerde afbraakwand, op circa 120 m ten oosten van het beekdal van de Merkelbeker Beek. Van nature heeft zich in de löss een radebrikgrond ontwikkeld, die in het centrale deel van het onderzoeksgebied nog volledig intact is. In het oostelijke deel, dat hoger op de afbraakwand ligt, is de radebrikgrond volledig geërodeerd. Richting het westen wordt de radebrikgrond doorsneden door een oude erosiegeul, waarin verschillende lagen colluvium zijn afgezet. Binnen dit colluvium heeft opnieuw bodemvorming plaatsgevonden. In de top van dit oude colluvium zijn twee crematiegraven aangetroffen. Het eerste graf is gevonden tijdens het vooronderzoek in 2009, het tweede graf tijdens de opgraving. Ter hoogte van de erosiegeul is het onderzoeksgebied in de Late Middeleeuwen-Nieuwe tijd opnieuw afgedekt door colluvium. Het eerste graf bevat drie secundaire, onverbrande bijgiften: een kruik, een bord en een beker. Op basis van het aardewerk kan het graf gedateerd worden in de eerste helft van de 2e eeuw na Chr. Naast deze secundaire bijgiften zijn er ook primaire bijgiften gevonden die aan de dode op de brandstapel zijn meegegeven. Het gaat om de persoonlijke opsmuk van de dode, zoals een tinnen armband, een bronzen haarspeld, brokjes glas van mogelijk een zalf- of parfumflesje en schoenspijkertjes. In het graf is slechts 40 gram botmateriaal verzameld. Uit crematieonderzoek blijkt dat er twee individuen in het graf aanwezig zijn, waaronder een kind van 3 tot 6 jaar oud. Op basis van de grafinhoud kan gesteld worden dat minstens één van de individuen vrouwelijk is geweest. De grafinhoud is volledig onderzocht ten behoeve van macroresten, maar dit heeft geen resultaat opgeleverd. Naast het graf zijn ook nog twee brandkuilen aangetroffen die vermoedelijk samenhangen met het begrafenisritueel. Ten zuidwesten hiervan zijn in 2012 nog enkele kuilen met een houtskoolrijke vulling gevonden op stratigrafisch hetzelfde niveau als de Romeinse graven. Ze zijn niet als brandkuil gedefinieerd, maar mogelijk kunnen ze aan de Romeinse graven gerelateerd worden. De opgraving op vindplaats 10 heeft nog slechts één bijkomend crematiegraf opgeleverd. Voor de rest zijn er geen archeologische sporen aangetroffen. Het graf heeft eveneens een bord, een beker en een kruik als secundaire bijgift. Primaire bijgiften zijn hier niet aanwezig. Alleen zijn verschillende spijkerfragmenten aangetroffen die wellicht afkomstig zijn van de lijkbaar waarop de dode was opgebaard. Uit houtskoolanalyse blijkt dat eik is gebruikt bij het verbrandingsproces. Op basis van het fysisch antropologisch onderzoek behoort het graf aan een vrouw tussen de 20 tot 30 jaar oud. Er zijn geen pathologische afwijkingen vastgesteld. Vanwege het voorkomen van de kruik van het type Hofheim 51 kan het graf gedateerd worden aan het eind van de 1e eeuw na Chr. Ook hier is de volledige grafinhoud en de inhoud van de recipiënten onderzocht om na te gaan of er voedselresten aanwezig zijn. In de kruik zijn klompjes verkoold, bewerkt plantaardig voedsel aangetroffen, maar de SEM-analyse hiervan heeft helaas niets opgeleverd. De ligging van de graven nabij de Merkelbeker Beek is geen onbekend verschijnsel. Graven zijn dikwijls langs depressies of in de nabijheid van beekdalen gelokaliseerd. Daarbij liggen ze doorgaans ook in de nabijheid van een hoofdweg of binnen een straal van circa 250 m van de nederzetting. Het is echter niet bekend tot welke nederzetting de graven behoren. Circa 300 m ten noordwesten van de graven liggen resten van een (inheemse) nederzetting uit de Romeinse tijd. Deze situeren zich op de zuidoostflank van de Merkelbeker Beek. Op deze manier keken de bewoners uit op de graven van hun dierbaren. De graven kunnen echter ook nog tot een nog niet ontdekte nederzetting horen. Dit zal toekomstig onderzoek moeten uitwijzen.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-xed-pm8b
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-0ota-2e
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:61718
Provenance
Creator Hensen, G.
Publisher RAAP Archeologisch Adviesbureau
Contributor RAAP Archeologisch Adviesbureau
Publication Year 2015
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/licenses/by/4.0; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Dataset
Format application/rtf; image/jpeg; application/msword; access / mdb; mapinfo / tab
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (5.957 LON, 50.951 LAT); Loogstraat; Brunssum; Heerlen; Limburg