Antea Group heeft op 20-11-2018 een archeologisch veldonderzoek (Opgraving, variant archeologische begeleiding, zie bijlage 2) uitgevoerd op een locatie langs de Meedelaan te Appingedam.De directe aanleiding tot het onderzoek is het voornemen om nieuwe middenspanningskabels aan te leggen tussen de Kanaalweg en de Tjamsweertserweg te Appingedam.Voorafgaand aan het onderzoek heeft een bureauonderzoek, verkennend en karterend booronderzoek plaatsgevonden.1 Uit het bureauonderzoek is gebleken dat het plangebied twee bekende Rijksbeschermde AMK-terreinen doorkruist; deze terreinen konden werden ontzien middels gestuurde boringen. In het deel van het plangebied dat middels een verkennend booronderzoek is onderzocht zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. Dit deel van het plangebied is op basis van het verkennend booronderzoek vrijgegeven voor de voorgenomen ontwikkeling (zie kaartbijlage 435193-A1).Ter hoogte van een boerderijplaats aan de Meedelaan (zie afb. 1 en kaartbijlage 435193-A1), is op basis van het bureauonderzoek een karterend booronderzoek uitgevoerd. Hierbij is in één boring een mogelijke plaggenlaag vastgesteld.2 Naar aanleiding van deze bevinding is op basis van het karterend booronderzoek geadviseerd de aanlegwerkzaamheden ter hoogte van deze boerderijplaats archeologisch te begeleiden.Het doel van deze begeleiding was om duidelijkheid te verkrijgen over de aard en eventuele datering van de plaggenlaag. Conform het PvE zijn er tijdens de archeologische begeleiding in de leidingsleuf verschillende profielen aangelegd.3Op het terrein is een duidelijk begrensde verhoogde boerderijplaats aangetroffen die is aangelegd op een inversierug. Op het erf is een waterput aangetroffen met een zodenwand. Nabijgelegen zijn geulvullingen aangetroffen. De geul wordt doorsneden door de ringsloot van de terp. Op basis van het aangetroffen aardewerk en de vorm van de aangetroffen waterput is de vindplaats niet ouder dan de middeleeuwen. De wierde lijkt vanaf dat moment continu bewoond te zijn geweest tot in de nieuwe tijd.Ook het feit dat de wierde op overslibbingslaag is aangelegd die zich op een onderliggend veenpakket bevindt, doet vermoeden dat er geen bewoning heeft plaatsgevonden in de ijzertijd en/of Romeinse tijd. Indien er in de ijzertijd / Romeinse tijd al een wierde of vlaknederzetting aanwezig zou zijn, zouden er bewoningssporen op een dieper niveau, op het veen of op een oudere overslibbingslaag, worden verwacht.De uitgevoerde begeleiding diende om eventueel bij het graafwerk te verstoren archeologische resten te documenteren. Het uitgevoerde onderzoek betreft een opgraving, wat het einde betekent van de AMZ-cyclus (bijlage 2). Derhalve zijn geen nadere adviezen of waarderingen te geven. Voor eventuele toekomstige ingrepen op dit terrein dient rekening gehouden te worden met de aanwezigheid van deze goed geconserveerde en begrensde vindplaats