Prehistorische vondsten op de vindplaats Susteren-Aardenweg; aardgastransportleidingtracé Hommelhof-Schinnen (A-665), catalogusnummer 18; gemeente Echt-Susteren; archeologisch onderzoek: opgraving

In opdracht van N.V. Nederlandse Gasunie heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau in juli en augustus 2011 een proefsleuvenonderzoek met doorstart naar opgraving uitgevoerd in verband met de aanleg van een aardgastransportleiding in de gemeente Echt-Susteren direct ten oosten van Susteren. Het primaire doel van het proefsleuvenonderzoek was het toetsen en aanvullen van de gespecificeerde archeologische verwachting voor het onderzochte gebied, waarbij het in eerste instantie ging om het (al dan niet) vaststellen van de aanwezigheid van archeologische grondsporen. Voorts diende het proefsleuvenonderzoek zich te richten op de aard, omvang, datering, kwaliteit (gaafheid en conservering) en diepteligging van eventueel aanwezige archeologische grondsporen en resten. De opgraving die aansluitend werd uitgevoerd diende resten die niet in situ behouden konden worden veilig te stellen. Het plangebied ligt op het terras van Caberg 3, dat als gevolg van insnijding van de Maas zo’n 250.000 jaar geleden gevormd werd. De afzettingen van het terras bestaan uit grof zand en grind, dat de Maas in de voorafgaande periode heeft afgezet. Aan het einde van het Pleistoceen, zo’n 11.700 jaar geleden, werd onder invloed van de wind een zandrug in het plangebied gevormd, die de oudere grindige afzettingen afdekt. De rivierduin, zoals deze zandruggen ook wel genoemd worden, wordt op zijn beurt aan de voet weer afgedekt met leem en klei, mogelijk beekafzettingen uit het begin van het Holoceen. In het fijne en goed gesorteerde rivierduinzand heeft zich op de hoogst gelegen plekken in de loop van het Holoceen een vorstvaaggrond gevormd. Aan de randen van de rivierduin is sprake van een humuspodzol.

Tijdens het proefsleuvenonderzoek zijn vier vindplaatsen aangetroffen. Vindplaats 1 bestaat uit een kleine strooiing van vuurstenen artefacten aan de rand van de rivierduin. Uit analyse van het vuursteenmateriaal blijkt dat vrijwel uitsluitend Maasterrasvuursteen gebruikt werd dat in grindige afzettingen lokaal verkregen kon worden. Binnen de vondsten is een relatief laag percentage werktuigen aanwezig, wat er mogelijk op wijst dat er sprake is van een vuursteenbewerkingssite. Omdat slechts een klein deel van de vindplaats onderzocht is, blijft dit een voorlopige conclusie. Een gebruik als jachtkampje kan niet uitgesloten worden. Op basis van enkele spitsen die in de vondstspreiding werden aangetroffen kan de vindplaats hoogstwaarschijnlijk in het Vroeg Mesolithicum gedateerd worden. Vindplaats 2 bestaat uit een zone met kuilen en paalkuilen op het hoogste deel van de rivierduin. Omdat de vindplaats binnen de leidingsleuf niet in situ behouden kon worden, werd deze opgegraven. Op de vindplaats zijn vuursteenvondsten aangetroffen die op gebruik in het Mesolithicum en Midden Neolithicum wijzen. Het aardewerk wijst op activiteiten in de Vroege en Midden Bronstijd. Dit blijkt ook uit de 14C-dateringen, die op een gebruik van de vindplaats vanaf het Midden Neolithicum tot en met de Late Bronstijd wijzen. De paalkuilen en kuilen wijzen waarschijnlijk op een nederzettingsterrein in de genoemde perioden. Op basis van de grondsporen konden echter geen structuren herkend worden. Enerzijds is dit te wijten aan het smalle stuk dat onderzocht werd. Anderzijds speelt hevige bioturbatie een belangrijke rol op de vindplaats, waardoor met name kleine sporen zoals paalkuilen mogelijk geheel uitgewist zijn. Vindplaats 3 bestaat uit een kleine strooiing van vuurstenen artefacten op de rand van de rivierduin. Om deze vindplaats te begrenzen werden megaboringen gezet, waarin echter geen vondsten meer werden aangetroffen. Op basis hiervan werd geconcludeerd dat er waarschijnlijk sprake is van een verdichting in de algemene spreiding van vuursteen op de rivierduin: een concentratie van losse vondsten. De vondsten kunnen uit een langere periode van het Laat Paleolithicum tot en met het Neolithicum dateren. Vindplaats 4 ligt op de oostelijke rand van de rivierduin. Ter plekke lijkt de bodem relatief intact te zijn (humuspodzol met E-horizont). Omdat deze vindplaats niet binnen de leidingsleuf valt maar tegen de rand van de werkstrook ligt, werd deze niet verder onderzocht. De vondsten die hier verzameld zijn kunnen op dit moment niet nader als Laat Paleolithicum tot en met Neolithicum gedateerd worden. Ook de aard van de vindplaats is op basis van de verzamelde gegevens niet duidelijk. Omdat tijdens het onderzoek twee vindplaatsen werden aangetroffen die behoudenswaardig zijn (vindplaatsen 1 en 2), gelden voor het onverstoorde deel van de werkstrook beperkende maatregelen. In het zuidelijke deel van de werkstrook mogen derhalve geen diepe bodemingrepen uitgevoerd worden. Vindplaats 1 blijft zelfs op het hart van het tracé behouden. N.V. Nederlandse Gasunie heeft kort na de afronding van het veldwerk besloten onder de vindplaats door te boren, waardoor een opgraving niet nodig was.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-zed-eahu
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-7sq7-bh
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:67944
Provenance
Creator Ruijters, M.H.P.M
Publisher RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V.
Contributor Ellenkamp, G.R.; Dijk, X.C.C. van; Scholte Lubberink, H.B.G.; Verbruggen, F.; Hanssen, J.J.; Teeuwen, M.; Vansweevelt, J.; RAAP Archeologisch Adviesbureau B.V.
Publication Year 2017
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/licenses/by/4.0; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Dataset
Format application/rtf; image/jpeg; application/msword; mapinfo / tab; access / mdb
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (5.875 LON, 51.060 LAT); Aardenweg; Susteren; Hommelhof-Schinnen; Gemeente Echt-Susteren; Limburg