Burgers, zusters en munters. NEU03: Archeologische begeleiding binnenplaats hoofdpostkantoor Neude (Utrecht). Basisrapportage Archeologie 123

In het voorjaar van 2018 is een archeologische begeleiding (opgravingscode: NEU03) uitgevoerd op de binnenplaats van het voormalige hoofdpostkantoor aan de Neude in Utrecht door archeologen van Erfgoed gemeente Utrecht. Aanleiding voor het archeologisch onderzoek was de geplande herbestemming van dit rijksmonument. Daarvoor was een grondige verbouwing noodzakelijk, die gepaard ging met nieuwbouw op de binnenplaats. Er is uiteindelijk een gebied van ruim 500 m2 ontgraven tot een diepte van zo’n 4 meter onder maaiveld. Er heeft archeologisch veldwerk plaatsgevonden gedurende 33 dagen, waarbij vijf vlakken zijn aangelegd. Het onderzoeksgebied ligt vlakbij het punt waar de meandergordel van de Oude Rijn en de Vecht splitsten. Tijdens het onderzoek werd een ca. 10 meter brede restgeul aangetroffen, die aan de oostzijde was voorzien van beschoeiingspalen. Eén van deze palen is dendrochronologisch gedateerd in 809/810 na Chr. en deze datering wordt ondersteund door onder meer een 14C-datering van een tweede beschoeiingspaal. In de geulvulling werd een complete maalsteenligger aangetroffen, maar er bleek nauwelijks overig vondstmateriaal aanwezig. De geul, die waarschijnlijk als Vechtloop geïnterpreteerd moet worden, zal in de loop van de negende eeuw zijn dichtgeslibd. In de periode 950-1150 is het terrein vervolgens bijna 1 meter opgehoogd. In de tweede helft van de twaalfde en de vroege dertiende eeuw hebben er binnen het onderzoeksgebied mogelijk huizen gestaan langs de Oudegracht, waarvan echter als gevolg van latere kelders geen sporen werden waargenomen. Er werden op de achtererven wel tientallen kuilen uit deze periode aangetroffen, die sterk varieerden in grootte en vulling. Van twee kuilen werd naderhand een vullingsmonster onderzocht, dat bleek te bestaan uit menselijke uitwerpselen vermengd met onder andere keukenafval en (moes)tuinafval, terwijl in één kuil bovendien resten van leerbewerking werden aangetroffen.

In de zuidwesthoek van het opgravingsterrein werden funderingsresten van drie veertiende-eeuwse huizen gevonden, alsmede drie beerputten en een goot uit deze eeuw. Het noordelijkste huis hiervan was mogelijk de ‘husinge ende hofstede’ die in 1403 werden geschonken aan het Ceciliaklooster. Dit klooster was gesticht in 1397 toen enkele tientallen begijnen een groot pand aan de westzijde van de Neude betrokken. Door de schenking uit 1403 strekte het kloosterterrein (met afmetingen van ca. 42x75 meter) zich uit van de Neude in het oosten tot aan de Oudegracht in het westen. In de vijftiende eeuw verrezen er vele nieuwe gebouwen op het kloosterterrein, waarvan tijdens de opgraving onder meer diverse funderingen en kelderresten werden aangetroffen. In een kelder van één van deze kloostergebouwen was een ronde fundering aanwezig, die mogelijk verband houdt met een bierbrouwerij. Een bijzondere vondst is een beerkelder met een grote hoeveelheid voorwerpen uit de periode 1500-1575. Alhoewel het aardewerk hieruit een weinig elitaire indruk maakt, werden er wel enkele bijzondere vondsten in aangetroffen, waaronder een loodtinnen devotie- of huisaltaartje en een groot aantal houten borden. Op basis van de plantaardige resten en de dierlijke botten in deze beerkelder kan het menu van de zusters van het Ceciliaklooster worden gereconstrueerd.

Rond het midden van de zeventiende eeuw kwamen de kloostergebouwen leeg te staan, waarna ze werden verkocht. Het centrale deel van het complex werd in gebruik genomen door de Provinciale Munt, terwijl de meeste panden langs de Neude en de Oudegracht aan particulieren werden verkocht en tot woonhuizen verbouwd. Diverse zeventiende- en achttiende-eeuwse waterputten, kelderrestanten en goten houden verband met deze woonhuizen. In 1814 ging de Provinciale Munt over in de Rijksmunt. Tijdens het onderzoek werden een kleine smeltoven en zeven muntplaatjes aangetroffen die in verband te brengen zijn met de Munt. In de loop van de negentiende eeuw werden diverse aangrenzende woonhuizen aangekocht en bij de Rijksmunt getrokken. Desondanks was het onderkomen aan het begin van de twintigste eeuw te klein geworden, waarna de Rijksmunt in 1911 vertrok. In de jaren daarna is het leegstaande Muntcomplex gedetailleerd ingemeten en opgetekend door Theo Verlaan, opzichter bij de Rijksmunt. In de periode 1918-1921 werden het Muntcomplex en vele naburige panden gesloopt ten behoeve van de bouw van het hoofdpostkantoor, dat in 1924 werd geopend. Vanaf dat moment waren na meer dan 500 jaar de laatste bovengrondse restanten van het Ceciliaklooster en de Munt verdwenen. Als gevolg van de werkzaamheden op de voormalige binnenplaats van het postkantoor in 2018 zijn ook de allerlaatste ondergrondse overblijfselen van het klooster en de Munt vernietigd.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-xfx-b3hg
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-o2-4im7
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:215775
Provenance
Creator Kamp, J.S. van der
Publisher Erfgoed gemeente Utrecht
Contributor Erfgoed gemeente Utrecht
Publication Year 2021
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0; http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Text
Format application/pdf
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (5.117 LON, 52.093 LAT); Neude 11; Utrecht