Aanleiding voor het archeologisch karterend booronderzoek is het voornemen een watertransportleiding aan te leggen binnen de onderzochte percelen tussen de Emmalaan en Lutsborgsweg te Haren. Uit het uitgevoerde bureau- en verkennend booronderzoek blijkt dat het onderzoekstraject een hoge archeologische verwachting heeft op archeologische resten uit de steentijd. Deze is gebaseerd op de landschappelijke ligging en de aanwezigheid van een podzolbodem in het dekzand. Om na te gaan of er daadwerkelijk sprake is van archeologische vindplaatsen is een karterend booronderzoek uitgevoerd. Het onderzoeksgebied bestaat uit twee trajectdelen, een noordelijke en een duidelijk deel.

In de zeefresiduen is veel grind en natuursteen aanwezig, waaronder onbewerkte vuursteen. Ook zijn in vier bodemmonsters kleine fragmenten houtskool aanwezig. Verspreid over het onderzoekstraject zijn in zes bodemmonsters op de natuursteen sporen van verbranding aanwezig. Ook is in het bodemmonster van boring 56 een stuk verbrande vuursteen aanwezig.

Omdat deze brandsporen in lichte mate verspreid over het hele onderzoekstraject voorkomen en er geen duidelijke concentraties aanwezig zijn is de kans groot dat de brandsporen op natuurlijke wijze zijn ontstaan. Het gaat niet om bijvoorbeeld resten van kampvuren.