De opdrachtgever heeft het voornemen om de kern van Haamstede opnieuw in te richten en een deel van de riolering te vernieuwen. In het kader van de hiertoe benodigde omgevingsvergunning heeft Artefact! Advies en Onderzoek in Erfgoed een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd.
In het kader van het bureauonderzoek werd een groot aantal bronnen bestudeerd, hetgeen heeft geleid tot een gespecificeerd verwachtingsmodel voor het plangebied. Op basis van de resultaten van dit onderzoek kan worden gesteld dat het plangebied deel uitmaakt van een archeologisch bijzonder rijk gebied. In het plangebied en directe omgeving zijn veel archeologische resten aangetroffen uit de Late Middeleeuwen, maar ook de Vroege Middeleeuwen, de Romeinse tijd en mogelijk de IJzertijd. De zuidelijke helft van het plangebied maakt deel uit van twee AMK-terreinen (13397: oude dorpskern en 13758: laatmiddeleeuws poortgebouw en laatmiddeleeuwse huisplattegrond). Ter weerszijden van het plangebied bevinden zich de resten van een motte (AMK-terrein 11264) en kasteel Haamstede (AMK-terrein 11282).
Wat betreft de natuurlijke ondergrond is de kans vrij groot dat de werkzaamheden enkel tot in het Laagpakket van Schoorl zullen reiken. De bodemopbouw kan echter plaatselijk uiteenlopen. Ongeacht welke geologische niveaus er zullen worden aangesneden, is het hoe dan ook te verwachten dat dáár waar de voorgenomen ingrepen dieper dan, of buiten verstoringen reiken, archeologische waarden bedreigd worden uit perioden vanaf de IJzertijd tot en met de Middeleeuwen en plaatselijk (kerkhof) ook de Nieuwe Tijd.
De werkzaamheden waarvoor in elk geval vervolgonderzoek wordt aanbevolen, omvatten het graven van een rioolsleuf en twee fonteinputten in de Noordstraat, de aanleg van de funderingssleuf voor de nieuwe ommuring van de kerktuin en de ontgravingen ten behoeve van bomen (plant-, bodemverbeterings- en uitgraafkuilen). Ook indien er wordt besloten ondergrondse afvalcontainers te plaatsen, wordt hiervoor vervolgonderzoek noodzakelijk geacht. Planaanpassing wordt geadviseerd ten aanzien van de bestaande riolering (volschuimen i.p.v. verwijderen), de bestaande ommuring van de kerktuin (fundering in situ behouden i.p.v. verwijderen); indien planaanpassing hier niet mogelijk of niet wenselijk blijkt te zijn, wordt ook voor het verwijderen van de bestaande riolering vervolgonderzoek noodzakelijk geacht. Voor het verwijderen van de bestaande muurfundering rond de kerktuin wordt geadviseerd niet buiten de bestaande verstoring te graven en eventuele oudere puin- of muurresten niet te verwijderen.