Archeologische begeleiding Springendal te Hezingen, gemeentes Tubbergen en Dinkelland (OV) Archeologische begeleiding Springendal te Hezingen, gemeentes Tubbergen en Dinkelland (OV)

Laagland Archeologie heeft tussen 25 oktober en 4 november een Archeologische begeleiding uitgevoerd in het SBB beheergebied het Springendal te Hezingen, gemeente Tubbergen en Dinkelland (OV). Op het terrein is geen eerder archeologisch onderzoek uitgevoerd. Vergelijkbare werkzaamheden in andere delen van het Springendal zijn in 2019 en 2020 archeologisch begeleid, waarbij diverse archeologische vondsten en waarnemingen zijn gedaan.

Op basis van dit onderzoek is door het bevoegd gezag besloten de geplande werkzaamheden in het Springendal archeologisch begeleid dienen te worden.

De archeologische begeleiding, uit te voeren onder protocol 4004-Opgraven, heeft als doel het documenteren van gegevens en het uitwerken en veiligstellen van materiaal van vindplaatsen conform dit PvE. Op deze manier wordt informatie behouden die van belang is voor de kennisvorming over het verleden. Deze informatie is vervat in projectdocumentatie en in vondsten en monsters.

Het onderzoek bestond uit een opgraving – variant archeologische begeleiding conform SIKB KNA Protocol 4004 Opgraven.

Samengevat zijn de plagwerkzaamheden van de deelgebieden Scholterveld en Heitje van Brunninkhuis archeologisch begeleid. De chopperwerkzaamheden in de andere deelgebieden zijn na de werkzaamheden geïnspecteerd. Geconcludeerd werd dat deze werkzaamheden nagenoeg geen bodemverstoringen met zich meebrachten.

Ter plaatse van de plangebieden waar plagwerkzaamheden hebben plaatsgevonden zijn vijf boringen gezet. Hieruit kon worden geconcludeerd dat de bodem binnen het plangebied bestond uit matig grof, zwak siltig zand, dat als smeltwaterafzettingen is geïnterpreteerd. In de top van deze smeltwaterafzettingen heeft zich een holtpodzol ontwikkeld. Het vlak is aangelegd in de AE-horizont. In de boringen was tevens een restant van de E-horizont zichtbaar. Op basis hiervan kan worden geconcludeerd dat de bodem in beide plangebieden in grote mate intact is.

Bij de archeologische begeleiding in zowel het Scholterveld als het Heitje van Brunninkhuis zijn karresporen aangetroffen. De karresporen van het Scholterveld waren vanaf het maaiveld zichtbaar als kleine parallelle walletjes van ca. 10 tot 25 cm centimeter. Deze waren ook op de hillshade van het AHN duidelijk waarneembaar. Het karrespoor op het heitje van Brunninkhuis was niet op het maaiveld zichtbaar, maar was in het vlak zichtbaar als twee lichtgrijze sporen. Deze karresporen maken deel uit van diverse grote bundels karresporen die in het gehele Springendal aanwezig zijn. Een datering kan aan deze sporen echter niet worden gegeven. Andere archeologische sporen of vondsten zijn tijdens het onderzoek niet aangetroffen.

Ter plaatse van twee overige zones waar natuurherstelwerkzaamheden zijn uitgevoerd zijn inspecties gedaan. De uitgevoerde werkzaamheden in deze zones (maaien, chopperen en frezen van stobben), hebben niet geleid tot aantasting van de minerale bodemlagen waardoor eventuele archeologische vindplaatsen niet verstoord zijn.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-zpt-84xa
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-i4-v5ol
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:239417
Provenance
Creator Oude Rengerink, J.A.M.
Publisher Laagland Archeologie
Contributor Overijssel; Laagland Archeologie VOF
Publication Year 2022
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; DANS License; https://dans.knaw.nl/en/about/organisation-and-policy/legal-information/DANSLicence.pdf
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Dataset
Format excel xml; jpg/jpeg file; geodata file; pdf portable document format
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (6.897 LON, 52.435 LAT); Overijssel; Dinkelland; Hezingen; Springendal; 28F (kaartblad)