In opdracht van de gemeente Den Helder heeft Antea Group in oktober 2014 een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Vinkenterrein te Den Helder in de gemeente Den Helder.
De aanleiding tot het archeologisch onderzoek is de sanering die op het terrein gaat plaatsvinden. De sanering van het perceel zal bodemverstorende werkzaamheden met zich mee brengen, waarbij mogelijk archeologisch resten kunnen worden vernietigd. Het terrein wordt tot maximaal 1 m - mv ontgraven, op een deel wordt tot maximaal 3 m - mv ontgraven (maximaal 50 m2). Het doel van het uitvoeren van een archeologisch bureauonderzoek is het opstellen van een gespecificeerde archeologische verwachting voor het plangebied.
Het Vinkenterrein is gelegen aan de Fabrieksgracht in Den Helder. Het terrein heeft een oppervlakte van circa 1,8 ha en is momenteel ingericht als parkeerterrein, toegangsweg en een geasfalteerd speelterrein. Daarnaast is een groot deel van het terrein braakliggend. Voorheen bevond zich op het terrein houthandel 'Vinken Hout'. Deze was vanaf 1900 op de locatie gevestigd. Op het terrein waren een gracht (Molenvaart), keerkom en haven aanwezig.
Op de IKAW is het plangebied aangegeven als gebied met een zeer lage trefkans. Wel kunnen onder de 19e eeuwse bebouwing resten van een door de Fransen aangelegde gebastionneerde omwalling worden aangetroffen, zoals aangegeven op de provinciale en gemeentelijke en Cultuurhistorische Waardenkaart. Daarnaast kunnen vanaf 3,0 m -mv mogelijk archeologische resten afkomstig uit de Romeinse tijd en voorgaande periodes worden aangetroffen.
Uit het bureauonderzoek blijkt dat de bodem ter plaatse van de voormalige Molenvaart, de keerkom en de haven in het merendeel van het plangebied tot op 2,6 tot 3,5 m -mv. verstoord is. Aangezien enkel in het gedempte deel tot 3,0 m -mv zal worden gegraven is de kans op het aantreffen van archeologisch waardevolle resten van tijdens of voor de Romeinse tijd zeer laag. In het middenwesten en uiterste noorden van het plangebied zijn geen dempingen aanwezig, wel wordt op het gehele terrein een ophooglaag van circa 0,6 m dikte aangetroffen. In het middenwesten van het plangebied zijn onder de ophooglaag vanaf circa 0,7 m -mv. waarschijnlijk natuurlijke wadafzettingen aanwezig. De aanwezigheid van de natuurlijke afzettingen geeft aan dat in het middenwesten van het plangebied geen resten van verdedigingswerken verwacht worden. In het uiterste noorden van het plangebied worden onder de ophooglaag zandafzettingen aangetroffen. Het is onduidelijk of deze afzettingen van natuurlijke oorsprong zijn of dat dit mogelijk restanten van de aarden verdedigingwerken zijn. De waarde van deze mogelijke resten wordt echter zeer laag ingeschat, als deze al zijn te onderscheiden van het natuurlijke materiaal. Geadviseerd wordt om het gehele plangebied vrij te geven voor de werkzaamheden.
Het bevoegd gezag, in dit geval de gemeente Den Helder, stemt in met dit selectieadvies.
