Gemeente Nijmegen, Bureau Archeologie en Monumenten heeft een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd aan de Ubbergseveldweg 162 te Nijmegen. Het terrein grenst aan perceel van 'Kleine Kopse hof', waar Romeins grafveld is aangetroffen. Gedurende het proefsleuvenonderzoek is een aantal grondsporen uit de Romeinse tijd aangetroffen. Het betreft twee greppels, twee kuilen en twee mogelijke paalkuilen. Doordat de greppels elkaar binnen het bereik van de proefsleuf niet raken is niet duidelijk hoe de greppels zich tot elkaar verhouden. De exacte aard van deze sporen blijft dan ook onduidelijk. Wellicht maken de greppels deel uit van een afwateringssysteem. Het is niet bekend voor welke doeleinden de kuilen zijn gebruikt. Gezien de versnijdingen met de greppels mag duidelijk zijn dat de kuilen niet tegelijkertijd in gebruik zijn geweest. Op basis van het in de grondsporen aangetroffen vondstmateriaal kunnen geen uitspraken worden gedaan over de onderlinge chronologie van de sporen. Daarvoor bevat het aardewerk te weinig daterende kenmerken. Daar komt nog bij dat het maar de vraag is of het vondstmateriaal zich in primaire context bevindt. Omdat het materiaal uit de Romeinse laag zeer sterk gelijkend is met dat uit de grondsporen, moet het aardewerk worden gezien als verspit materiaal. Overigens is het uit het Romeinse (cultuur?)pakket afkomstige schervenmateriaal nogal gefragmenteerd. Gezien het hellende karakter van de ondergrond van het terrein en het grote verschil in dikte van deze laag (oplopend van 20 cm tot 1,60 m) lijkt het waarschijnlijk dat het pakket deels verspoeld/geërodeerd is, wellicht vanaf het hoger gelegen stuwwalplateau.