Oss Sportpark Amstelhoef Bureau-onderzoek

In opdracht van ProCensus BV te Schijndel heeft ADC ArcheoProjecten een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Amsteleindstraat 21a, 23b, 108 en 108a (Sportpark Amstelhoef) in Oss. Het plangebied zal heringericht worden. Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van herinrichting en wijziging in het bestemmingsplan en was noodzakelijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de ondergrond worden aangetast.

Op basis van het bureauonderzoek werd de volgende gespecificeerde verwachting opgesteld. In het hele plangebied kunnen op basis van de ligging in het dekzandgebied onder het maaiveld archeologische resten worden verwacht uit alle archeologische perioden. Op grond van een opgraving die in het noordelijk deel van het plangebied alsmede ter plaatse van de aangrenzende woonwijk is uitgevoerd, bestaat een gerede kans dat de aangetroffen nederzettingssporen uit de Midden-Romeinse tijd zich verder dan tot dusver bekend in het plangebied zullen uitstrekken.

Gezien het huidige gebruik van het plangebied als sportterrein moet rekening worden gehouden met in het verleden uitgevoerde egalisaties en daarmee gepaard gaande verstoring van de bodem. Ook bij de aanleg van leiding- en kabelsleuven en bebouwing, het graven van een sloot en de aanplant van bomen zal de bodem verstoord zijn. Hierbij moet worden opgemerkt dat bij opgravingen in de omgeving is aangetoond dat ter plaatse van ondiep gefundeerde gebouwen en parken archeologische sporen nog goed bewaard waren gebleven. De diepteligging van het vondst- en sporenniveau is op grond van de huidige inrichting van het plangebied niet te bepalen. Aangenomen wordt dat het oorspronkelijk aanwezige plaggendek grotendeels is afgetopt of verwijderd. Mogelijk zijn de oorspronkelijk lagere delen van het terrein opgehoogd met zand. Het vondstniveau wordt verwacht in de eerste ca. 30 cm van de natuurlijke ondergrond, die uit dekzand zal bestaan. Archeologische sporen worden binnen ca. 50 cm verwacht.

Paalsporen en waterputten kunnen dieper reiken. De verwachte archeologische resten bestaan hoofdzakelijk uit aardewerk- of vuursteenstrooiïngen. Organische resten (zoals bot, hout, leder en textiel) zullen door de relatief droge en zure bodemomstandigheden slecht zijn geconserveerd. De beperkte beschikbare gegevens laten niet toe, het complextype en de omvang van de verwachte resten nader te specificeren.

Teneinde deze verwachting te toetsen werd in het plangebied een verkennend booronderzoek uitgevoerd. Op grond van de resultaten wordt aangenomen dat bij de omzetting van de agrarische percelen in sportvelden het maaiveld verlaagd is. Vermoedelijk is hierbij het bovenste deel van het natuurlijke dekzand afgegraven waarna de humeuze bovengrond is teruggestort. Alle boringen worden dan ook gekenmerkt door een A-(AC-)C-profiel. Niet alleen door verlaging van het maaiveld, maar ook door de aanleg van de huidige bebouwing, de aanleg van ondergrondse infrastructuur en door het graven van sloten heeft verstoring van de bodem plaats gevonden. De kans dat ondiepe sporen nog aanwezig zijn wordt gering geacht. Diepere sporen zoals paalgaten en waterputten kunnen nog wel aanwezig zijn. De in het bureauonderzoek uitgesproken archeologische verwachting blijft daarom gehandhaafd.

ADC ArcheoProjecten adviseert om in delen van het plangebied waar de humeuze bovengrond dunner is dan 50 cm een inventariserend veldonderzoek uit te voeren door middel van het aanleggen van proefsleuven (IVO-P), teneinde gaafheid, omvang, datering en conservering van archeologische resten te onderzoeken. Verwacht wordt een vindplaats, waarvan met name de diepere grondsporen nog bewaard zijn gebleven. De exacte invulling van de werkzaamheden dient te worden vastgelegd in een door de bevoegde overheid goed te keuren Programma van Eisen (PvE).

ADC ArcheoProjecten adviseert, indien de bodem niet dieper dan 50 cm -mv wordt vergraven, om het overige deel van het plangebied vrij te geven voor de voorgenomen ontwikkeling. Het is echter niet volledig uit te sluiten dat binnen het onderzochte gebied toch nog archeologische resten voorkomen. Het verdient daarom aanbeveling om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologische vondsten te melden bij de bevoegde overheid, zoals aangegeven in artikel 53 van de Monumentenwet.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-xek-bug5
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-nmu-owc
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:37481
Provenance
Creator ADC ArcheoProjecten; Zee, R.M. van der
Publisher ADC ArcheoProjecten
Contributor Breda, W. van; Huizer, J.; Veer, R.H. van 't; ADC ArcheoProjecten
Publication Year 2013
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/licenses/by/4.0; http://creativecommons.org/licenses/by/4.0
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Text
Format application/pdf
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (5.495 LON, 51.762 LAT); 45E (kaartblad); Amsteleindstraat 21a; Sportpark Amstelhoef; Oss; Noord-Brabant