In opdracht van CNB Bovenkarspel heeft RAAP van 29 tot en met 31 oktober 2018 een archeologisch proefsleuvenonderzoek uitgevoerd. De aanleiding voor dit onderzoek is het voornemen om op deze locatie een nieuwe bedrijfshal te realiseren. Het onderzoek is nodig in het kader van de aanvraag van een omgevingsvergunning, aangezien naar verwachting eventueel aanwezige archeologische resten bij toekomstige graafwerkzaamheden in het gebied zullen worden verstoord.

Het doel van het proefsleuvenonderzoek was het vaststellen van de archeologische waarde van het terrein. Hiertoe was het noodzakelijk inzicht te krijgen in de precieze aard en omvang van de vindplaats. In het verlengde daarvan is in kaart gebracht wat de consequenties zijn van de onderzoeksresultaten voor de verdere planvorming in het plangebied. Is de archeologische vindplaats behoudenswaardig, en, zo ja, kan deze behouden blijven of dient deze te worden opgegraven? Tijdens het onderzoek zijn verspreid over het plangebied 8 proefsleuven aangelegd met een totaal oppervlak van 735 m2. Dit komt neer op een dekkingsgraad van circa 7.5% van het totale plangebied. Er zijn tijdens het onderzoek geen sporen of vondsten uit de Bronstijd aangetroffen. Verspreid over de proefsleuven zijn echter wel verschillende archeologische resten aangetroffen. Het gaat om een aantal sloten die mogelijk samenhangen met de verkavelingspatronen uit de Nieuwe Tijd en aan aantal kuilen uit dezelfde periode waar geen verdere context aan kan worden gegeven. Aard van de vindplaats : verkavelingspatronen. Diepteligging : vanaf circa 0,5 m –Mv (direct onder de bouwvoor). Datering : sporen verkavelingspatronen vanaf de Nieuwe Tijd. Op basis van de waardering van de aangetroffen resten, waarbij is gekeken naar zowel de fysieke als de inhoudelijke kwaliteit van de vindplaats, wordt geconcludeerd dat de aangetroffen vindplaats als niet behoudenswaardig kunnen worden aangemerkt.

Het selectieadvies luidt: vrijgeven.