In augustus 2016 is een Inventariserend Veldonderzoek door middel van Proefsleuven (IVO-P; waarderende fase) uitgevoerd aan de Molenstraat 8, in Reusel (gemeente Reusel-De Mierden). De aanleiding voor het onderzoek vormt de sloop van de huidige bebouwing (voormalig garagebedrijf), om daarna een appartementencomplex te realiseren. Omdat de bestemming van het terrein hierbij veranderd van ‘bedrijf’ naar ‘wonen’, is een bestemmingsplanwijziging aangevraagd. In het plangebied is volgens het vigerend bestemmingsplan (Erfgoedverordening 2011) sprake van een hoge archeologische verwachting (gebaseerd op de geomorfologie, de bodemkundige opbouw en de reeds aangetoonde archeologische waarden). Doordat de voorgenomen bodemingrepen de vrijstellingscriteria overschrijden is archeologisch onderzoek noodzakelijk. Voorafgaand heeft reeds een vooronderzoek plaatsgevonden (Nales 2016). Op basis van het vooronderzoek is vastgesteld dat het plangebied een hoge verwachting heeft op met name nederzettingsresten uit de periode IJzertijd-Late Middeleeuwen. Het booronderzoek heeft daarbij aangetoond dat in het plangebied een relatief intacte bodemopbouw (in de onbebouwde delen van het terrein) aanwezig is. Op grond van deze resultaten heeft de gemeente, op advies van de regio-archeoloog besloten een Inventariserend Veldonderzoek door middel van Proefsleuven (IVO-P) uit te laten voeren.

Resultaten Met het proefsleuvenonderzoek is de archeologische verwachting grotendeels bevestigd. Het archeologisch niveau in de top van het dekzand, onder een middeleeuws akkerpakket (esdek), bleek grotendeels intact. Daarbij zijn tijdens het veldonderzoek behoudenswaardige resten aangetroffen. Het betreft met name sporen en vondsten die behoren tot een nederzettingscomplex. Er is (een deel van) een huisplattegrond aangetroffen, met daarnaast nog enkele kuilen, losse paalsporen en een mogelijke waterput. Op basis van huisplattegrondtypologie, tezamen met het vondstmateriaal (handgevormd aardewerk met grove kwartsmagering) wordt een datering verwacht in de periode Midden-, Late-Bronstijd of Vroege-IJzertijd.

Verder is een paalkuil aangetroffen dat aardewerk bevat uit vermoedelijk de Merovingische of Karolingische periode (Vroege-Middeleeuwen). Ten slotte zijn binnen het plangebied, zowel aan de noord- als aan de zuidzijde, vergravingen aangetroffen. Gezien de ‘hoge insteek’ is het mogelijk dat het vergravingen betreft die het gevolg zijn van de aanleg van de huidige wijk c.q. bebouwing. Het is echter ook goed mogelijk dat dit het restant is van een dichtgeworpen sloot. Tevens is een relatie met (activiteiten van) de molen die in het plangebied aanwezig is denkbaar.