Antea Group heeft in maart 2020 een archeologisch inventariserend veldonderzoek uitgevoerd door middel van karterende boringen conform protocol 4003 van de BRL4000 op het erf van adres Westpolder 1 te Vierhuizen (gemeente Het Hogeland). De aanleiding voor het archeologisch onderzoek vormen de voorgenomen aanleg van laagspanningskabels in het kader van het verhogen van de capaciteit van de aansluiting (spanningsklacht). Het onderzoek dient om de archeologische verwachtingswaarde zoals opgenomen op de beleidskaart en vertaald in het bestemmingsplan te toetsen.
De aanlegwerkzaamheden betreffen een relatief kleinschalig werk dat, aangezien het plaatsvindt in het kader van een individuele spanningsklacht, op korte termijn door de opdrachtgever en aannemende partij ter hand diende te worden genomen. De wens was dan ook het archeologisch onderzoek op korte termijn uitsluitsel te krijgen. Wij hebben hierin geadviseerd om de archeologische verwachting te toetsen door middel van een karterend booronderzoek. Het verwachte archeologisch complex (een eventuele wierde op een kwelderwal) is namelijk zeer goed op te sporen met een booronderzoek, mits de boorafstand niet te groot is.
Het voorstel om de verwachting direct te toetsen door middel van een booronderzoek is overlegd met de beleidsadviseur van de gemeente Het Hogeland en is akkoord bevonden. In het onderstaande rapport is het bureauonderzoek-deel derhalve beperkt tot de bewoording van de gespecificeerde archeologische verwachting.
De boorprofielen bevestigen de aanwezigheid van een kwelderwal. Vermoedelijk betreft het hier dezelfde kwelderwal waarop Vierhuizen is gevestigd, maar dan het deel daarvan dat buiten de middeleeuwse dijk ligt. Dit betekent dat bewoning hier alleen kan hebben plaatsgehad op een ophogingspakket (wierde). Wierdelagen zijn niet aangetroffen in de boringen en vanwege de boordichtheid (elke 20 m) is het uitgesloten dat zich binnen het plangebied een (overslibde) wierde bevindt. In het specifieke geval wordt bovendien een bestaand kabeltracé gebruikt om de nieuwe kabel naast aan te kunnen leggen. Door deze werkwijze zal er geheel of grotendeels in reeds geroerde grond worden gegraven. De kans op verstoring van archeologische resten is op grond van deze gegevens zo goed als afwezig. Wij stellen voor het plangebied vrij te geven voor de voorgenomen aanleg zonder nadere voorschriften.
De opdrachtgever en de beleidsadviseur namens de gemeente hebben kennis genomen van deze resultaten en zijn akkoord met de bevindingen en het (selectie)advies. Daarmee is het archeologisch aspect in de ruimtelijke procedures voldoende onderzocht. Hoewel dit rapport in deze procedure geen rol speelt zal deze in het kader van de AMZ (zie bijlage 2) alsnog worden voorgelegd aan de gemeentelijk beleidsadviseur en aan de opdrachtgever. Dit onderzoek is uitgevoerd conform BRL 4000, protocol 4003 met daarin besloten de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 4.1. Voor het KNA-protocol 4003 (inventariserend veldonderzoek) is Antea Group gecertificeerd conform de SIKB-BRL 4000 (Beoordelingsrichtlijn voor archeologie).
