Archeologisch bureauonderzoek
Als gevolg van het eeuwenlange gebruik als bouwland (verploeging),
verschillende bouwfasen, bombardementen en de aanleg van kabels en leidingen zal de ondergrond van het plangebied in meer of mindere mate zijn verstoord. Als gevolg van de eeuwenlange bemesting van de akkers en tuinen in het plangebied zal echter een dik humeus cultuurdek zijn ontstaan, dat de oorspronkelijke bodem en derhalve het archeologisch sporenniveau tegen diepe bodemverstoringen zal hebben beschermd. Op basis van deze resultaten wordt vanwege de verwachte verstoring van de natuurlijke bodem aan het plangebied een lage verwachting toegekend voor onverstoorde vuursteenvindplaatsen uit het paleolithicum-neolithicum en een middelhoge verwachting voor archeologische resten (nederzettingen, graven e.d.) uit het neolithicum tot en met de volle middeleeuwen. Gezien het intensieve gebruik vanaf (in ieder geval) de late middeleeuwen B geldt voor deze periode een hoge verwachting voor nederzettingsresten. Aangezien sporen uit deze periode deels zeer diep zullen zijn (waterputten, beerputten e.d.) is de verwachting dat de sporen uit deze periode ondanks de verwachte verstoring nog deels intact zullen zijn. Gezien de (middel)hoge verwachting wordt geadviseerd bij bodemverstoringen dieper dan 50 cm –mv een archeologische begeleiding uit te voeren van de graafwerkzaamheden.