Definitief rapport archeologische inspectie (7730.007) Van Ghentstraat te Twello

Resultaten en conclusie archeologische inspectie Uit de resultaten van de archeologische inspectie blijkt dat de natuurlijke bodemopbouw bestaat uit dekzandafzettingen en dat het plangebied/de onderzochte wegtracés binnen een dekzandrug ligt. Op basis van het kaartbeeld van het Actueel Hoogtebestand Nederland neemt het plangebied/wegtracé een positie in op een hoger deel van een dekzandrug. De profielen laten zien dat er sprake is van een vrij dik pakket Jong Dekzand, tot gemiddeld 150 cm -mv, en deze bestaat uit leemarm en vrij goed gesorteerd, matig fijn zand. Hieronder komen meer gelaagde dekzandafzettingen voor en betreffen ten dele verspoelde Oude Dekzanden. Het van nature gevormde bodemprofiel is binnen een groot deel van het onderzochte wegtracé al volledig vergraven. Een dun intact restant van de BC-horizont is aangetroffen bij de profielen 2, 4 en 6. Alleen ter plaatse van profiel 9 is een grotendeels intacte bodemprofiel aangetroffen, waarbij de waargenomen Bhs-horizont en de goed zichtbare humusfibers in de overgangs-BC-horizont. Bij de overige profielen betreft de onverstoorde bodem direct de C-horizont. Zeker de profielen 1, 3 en 11 laten zien dat hier al diepgaande verstoringen zijn uitgevoerd ten behoeve van eerder uitgevoerde wegreconstructies dan wel de aanleg van nutsvoorzieningen.

De uitgevoerde archeologische inspectie, waarbij een veelvoud aan bodemprofielen zijn bekeken en gedocumenteerd (naast de gecontroleerde wanden), heeft geen in situ liggende archeologische indicatoren opgeleverd. Tevens zijn archeologische sporen niet waargenomen, ook geen sporen/structuren van historische bebouwing/elementen (bijvoorbeeld muurwerk) gerelateerd aan historische bewoning die in de nabijheid van het onderzochte wegtracé. Daarbij geldt dat de Van Ghentstraat pas in de jaren ’80 van de 20e eeuw is aangelegd. De waargenomen bodemverstoringen zullen waarschijnlijk vooral uit deze periode dateren. Tijdens het controleren van de stort zijn een fragment Westerwald steengoed, een fragment roodbakkend geglazuurd aardewerk en een fragment Europees porselein met drukprint aangetroffen (zie onderstaande afbeelding 24), daterend uit de 19e of eerste helft van de 20e eeuw. Meest waarschijnlijk zijn deze met vermengd geraakt in de geroerde en humeuze bovengrond tijdens eerdere wegvernieuwingen dan wel andere bodemverstorende ingrepen, wellicht tijdens de aanleg van de Van Ghentstraat in de jaren ’80 van de 20e eeuw. De fragmenten kunnen afkomstig zijn van woonpercelen die nabij/langs de voorlopers van de Stationsstraat en de Dorpsstraat hebben gestaan, echter het materiaal is in geroerde context aangetroffen (ligging ex situ).

Geconcludeerd wordt dat binnen grote delen van het tracé van de Van Ghentstraat bodemverstorende ingrepen hebben plaatsgevonden (plaatselijk diepgaand) die waarschijnlijk vooral te relateren zijn aan de aanleg van de Van Ghentstraat met bijbehorend riool en diverse andere nutsvoorzieningen (kabels en leidingen), dan wel tijdens nog recenter uitgevoerde infrastructurele werken. Lokaal is veelal niet meer dan een restant van de onderkant van een haarpodzolbodem (BC-horizont) aanwezig. Binnen het wegtracé zijn verder geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van een (behoudenswaardige) archeologische vindplaats, ook niet van delen van historische bebouwing/structuren/elementen die gerelateerd kunnen worden aan historische bebouwing. Hierbij dient wel gemeld te worden dat er alleen momentopnamen zijn gedaan tijdens de uitgevoerde graafwerkzaamheden.

Advies Op grond van de reeds verstoorde bodemopbouw binnen een groot deel van het plangebied/onderzochte wegtracé en het verder ontbreken van aanwijzingen voor de aanwezigheid van een (behoudenswaardige) archeologische vindplaats adviseert Econsultancy om bij toekomstige graafwerkzaamheden binnen het plangebied/onderzochte wegtraject (wegreconstructies/aanleg van kabels en leidingen), in het kader van de Archeologische Monumentenzorg (AMZ), geen vervolgonderzoek te laten plaatsvinden.

Wel dient te allen tijde bij het afgeven van een omgevingsvergunning de wettelijke meldingsplicht (artikel 5.10 Erfgoedwet juli 2016) kenbaar te worden gemaakt om het documenteren van toevals-vondsten te garanderen: Degene die anders dan bij het doen van opgravingen een zaak vindt waarvan hij weet dan wel redelijkerwijs moet vermoeden dat het een monument is (in roerende of onroerende zin), meldt die zaak zo spoedig mogelijk bij Onze minister. Deze aangifte dient te gebeuren bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in Amersfoort (ARCHIS-meldpunt, telefoon 033-4227682). Het verdient aanbeveling ook de regioarcheoloog (de heer H.G. Pape-Luijten) en de verantwoordelijk ambtenaar van de gemeente Voorst (de heer W. van Oorschot) hiervan per direct in kennis te stellen.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-xq7-r7mw
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-kv-5jip
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:193127
Provenance
Creator Broeke, E.M. ten
Publisher Econsultancy
Contributor Broeke, E.M. ten; ir. E.M. ten Broeke (Econsultancy)
Publication Year 2020
Rights info:eu-repo/semantics/restrictedAccess; License: http://dans.knaw.nl/en/about/organisation-and-policy/legal-information/DANSLicence.pdf; http://dans.knaw.nl/en/about/organisation-and-policy/legal-information/DANSLicence.pdf
OpenAccess false
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Text
Format application/pdf
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (6.104 LON, 52.237 LAT); Netherlands; Voorst; Twello; Gelderland