Westland Honselersdijk Middel Broekweg Op opgeworpen gronden

Te Honselersdijk, Gemeente Westland, is voorafgaand aan de aanleg van een uitbreiding van Trade Parc Westland Mars, zone 2 opgegraven. Eerdere opgravingen hebben plaatsgevonden in zone 1, op 300m ten westen van zone 2 ten zuiden van de Middel Broekweg. Zone 2 bevindt zich in de oksel van de Middel Broekweg met de Veilingroute. Op zone 2 hebben in een zogenaamd gestapeld landschap drie archeologische periode resten achtergelaten van bewoning: de Nieuwe tijd, de Volle Middeleeuwen en de Romeinse tijd. De eerste periode is gedeselecteerd voor verder onderzoek. De precieze aard van bewoning in de Volle Middeleeuwen is nauwelijks duidelijk geworden tijdens het onderzoek. Dit valt te wijten aan de aard van de bebouwing uit die tijd en het landgebruik in de moderne tijd. Veel middeleeuwse huisplaatsen werden hoog in het landschap gebouwd, op zogenaamde stiepen. Sporen hiervan zijn vanwege de bouw van huizen ten zuiden van de Middel Broekweg en het grondverzet ten behoeve van de bedrijfsvoering van tuinderijen verdwenen. Desondanks is er vermoedelijk een boerenerf te voorschijn gekomen, omsloten door greppels. De opstallen konden helaas niet meer herkend worden. Regionaal is een belangrijk gegeven dat voor de ontginningen in de (Vroege) Middeleeuwen sprake is van een dik afzettingspakket mariene klei, vermoedelijk afkomstig van grote en langdurige overstromingen van het gebied. Deze afzettingen worden de Laag van Poeldijk genoemd. Deze laag heeft op veel plekken in de regio de restanten van Romeinse en oudere nederzettingssporen geconserveerd. Gedurende de eerste drie eeuwen van onze jaartelling die we in het Westland tot de Romeinse tijd rekenen, is het landschap eveneens danig veranderd. De algemene teneur is dat het landschap sterk vernatte, wat bewoning niet langer overal mogelijk maakte. Een hypothese is dat gedurende de vernatting gebieden werden ontwaterd door vele in het landschap gegraven greppels, die er uiteindelijk zorg voor droegen dat de bodem zakte. Ondanks op veel vindplaatsen nog traceerbare maatregelen tegen het wassende water, werden veel locaties toch verlaten. Gedurende de late 2e en 3e eeuw zal het water van twee kanten zijn gekomen: vanaf de open verbindingen met de zee of het Helinium, en vanuit het oosten, met een sterke toename van afvoer vanuit de grote rivieren. De hoogst gelegen delen zoals strandwallen of hoger gelegen broekgronden en oeverwallen werden met kunst en vliegwerk droog gehouden. De bewoning langs de Middel Broekweg lijkt een directe relatie te hebben gehad met het achterland. De aanwezigheid van een nabijgelegen en nog bevaarbaar krekenstelsel van de Gantel, dat vermoedelijk in verbinding stond met het kanaal van Corbulo, is voor archeologen nog steeds een verklaring voor de druk bewoonde lintbebouwing. Er wordt zelfs vermoed dat de Middel Broekweg zelf een Romeinse oorsprong heeft en al in de 1e eeuw een druk bezochte doorvoerroute is geweest richting Forum Hadriani. Ander archeologisch bewijs dan de aanwezigheid van tal van nederzettingen is hiervoor echter nog niet. Indirect bewijs wordt echter geleverd door de aard van de nederzettingen die opvallend is, in functie (steenbouw met een badhuis, opslagstructuren), rijkdom (het vondstmateriaal bestaat vanaf begin 2e eeuw vrijwel alleen uit import, met veel luxe waar) en de constructie van de gebouwen, die vaker wel dan niet afwijkend is van elders gelegen rurale nederzettingen. Bovendien kunnen we inmiddels vaststellen dat het, ondanks het vrij laag gelegen gebied, toch loonde hier te verblijven, gezien de grote moeite die gedaan is om droge voeten te houden. Al met al lijkt de Middel Broekweg bij Naaldwijk een centrale plek te hebben ingenomen in de dan bekende Romeinse wereld en hebben de nederzettingen het tot het eind van de Romeinse heerschappij in deze regio volgehouden. Voor wat betreft de nu onderzochte vindplaats is de opmerkelijke vaststelling van een geheel verdwenen landschap dat ooit bestond uit veen. Zoals te lezen valt in dit rapport zijn er diverse aanwijzingen dat het veen al in de Romeinse tijd gewonnen is voor turf. De datering van de veenwinning is lastig, aangezien er nog kleine stukken resteerden van de top van dit veen. Waar nog intact, in een iets dieper gelegen stukje van het landschap, door de fysisch geograaf een ‘meer’ genoemd, lag aan de top van het veen een loopniveau daterend van ca. 70 tot 120/150 n. Chr. Ouder vondstmateriaal dan dit is niet voorhanden. Met het wegsteken van zeker 1 meter materiaal werd dit terrein vrijwel onbewoonbaar. Opvallend is dat er vervolgens sediment is opgeslibd dat zeer waarschijnlijk onder mariene invloed is afgezet. Het lijkt voorstelbaar dat de mens hier een hand in heeft gehad, ergens in de 2e eeuw, maar bewijzen in de vorm van dijken, dammen of duikers zijn hier niet van teruggevonden. We kunnen slechts vaststellen dat in het gehele pakket vondstmateriaal aanwezig is dat dateert tot ver in de 3e eeuw. Die late datering is tevens een aanwijzing voor turfwinning in de 3e eeuw. Tijdens het onderzoek zijn vervolgens zes structuren aan het licht gekomen, structuren waarvan in een aantal gevallen het hout zeer goed bewaard is gebleven. Vooral de stratigrafische ligging van die structuren is interessant, en geeft een fasering van het terrein weer. Zo zijn structuren ontdekt waarvan de palen in nog aanwezig veen zijn geheid: wellicht behoren deze tot de eerste bewoningsfase. Van andere structuren is de constructie in de opgeslibde klei geplaatst, met andere woorden, in een fase na het ‘aanvullen’ van de door turfwinning achtergelaten laagte. De laatste fase bleek het meest spectaculair. Op twee plekken is een terplichaam opgeworpen waarin de onderste meter palen van een complete huisconstructie bewaard is gebleven met een compleet meermaals aangevuld vloerniveau waarin zelfs een haardplaats aanwezig was. Liggend hout heeft ons inzicht gegeven in de indeling van dat gebouw. Vanwege deze unieke situatie is er veel laboratoriumonderzoek uitgevoerd naar het hout en de grondlagen van de terp van Huis S1. Niet altijd is dit onderzoek bevredigend. Zoals te lezen valt bestaat er een dateringsprobleem van het elzenhout van Huis S1 ten opzichte van de lagen waar deze in zijn ingeslagen: de kapdatum lijkt bijna 100 jaar te vroeg te zijn. Voorts zijn de ophogingslagen binnen de plattegrond geïdentificeerd als in situ aangestoken brandlagen, iets wat haaks lijkt te staan op de constructiewijze van het gebouw. Wellicht is dit gebeurd tijdens het opwerpen van de terp? Verspreidingskaarten van de verschillende materiaalcategorieën geven extra informatie over hoe dit gebouw eruit kan hebben gezien. Vooral de aanwezigheid van leisteen in en rondom structuren S1 en S2 lijken te duiden op een (gedeeltelijk) leien dak. Het type steen lijkt dit echter niet te bevestigen. Vensterglas geeft aan dat gebouwen dichte ramen kunnen hebben gehad. De huistypen passen niet goed in het regionale beeld, maar zijn vrijwel gelijk aan eerder gevonden woonhuizen langs de Middel Broekweg. Naast woonhuizen zijn er tevens kleinere bijgebouwen teruggevonden, zowel in het veen als op een terp. De structuren kunnen gedateerd worden vanaf het midden van de 2e eeuw tot ver in de 3e eeuw. Zaden, metaal en bot bleken nauwelijks goed bewaard, op enkele in de mariene klei en in de terpen gevonden resten na. Dit is jammer, aangezien deze vondsten vaak een grote bijdrage leveren aan de reconstructie van de bestaans- en voedseleconomie van de bewoners. Naast een vrijwel compleet begraven paard bleek tijdens de analyse van het dierlijk bot de wervel van een bruinvis een spectaculaire vondst. Een dergelijke vondst licht een klein tipje op van de sluier van de wereld waarin men destijds moet hebben geleefd en welke natuurlijke bronnen men ter beschikking had. Het is een van de weinige voorbeelden van walvisvangst in dit deel van het Romeinse rijk.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-zrz-bpqj
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-4l-5ks8
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:245789
Provenance
Creator van der Feijst, L.
Publisher ADC
Contributor Zuid-Holland; ADC ArcheoProjecten
Publication Year 2022
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; DANS License; https://dans.knaw.nl/en/about/organisation-and-policy/legal-information/DANSLicence.pdf
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Dataset
Format jpeg; sql; mapinfo tab; tif; xls; ms word document 2007; ms word document 2003; pdf; docx; ms access 2003; gml; xml
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (4.228 LON, 51.996 LAT); Zuid-Holland; Westland; Honselersdijk; Trade Parc West; 37B (kaartblad)