Antea Group 460906.
Op 5 en 6 november 2020 heeft Antea Group een opgraving –
variant archeologische begeleiding uitgevoerd op een locatie langs de Oude Roodehaansterweg in Groningen.
De directe aanleiding tot het archeologisch onderzoek is de voorgenomen aanleg van
middenspanningkabels tussen het industriegebied aan de Herningweg en Zonnepark Roodehaan te Groningen. De opgetelde lengte van het totale werk is circa 4650 m. Een groot gedeelte van
het werk vindt door middel van gestuurde boringen plaats. Circa 2315 m van het werk zal in open ontgraving plaatsvinden. In een eerder stadium heeft Antea Group reeds een QuickScan en een archeologisch booronderzoek (verkennende en karterende fase) uitgevoerd.
Op basis van het vigerende archeologische beleid en regelgeving, de gespecificerde
archeologische verwachting, reeds uitgevoerde archeologische onderzoeken in het gebied, de
door Antea Group uitgevoerde archeologische quick scan1 en het booronderzoek2 en overleg met de gemeente Groningen zijn er binnen het plangebied twee deelgebieden aangewezen waar
archeologische vervolgonderzoek dient plaats te vinden (deelgebieden 2 en 3).
Deelgebied 2 betreft een tracédeel met een lengte van circa 200 m ter plaatse van het beboste gebied ten zuiden van de Europaweg. Op deze locatie heeft MUG in 2018 een archeologisch
booronderzoek uitgevoerd. Bij deze boringen zijn vegetatiehorizonten aangetroffen in de klei.
Deze vegetatiehorizonten kunnen archeologische resten (van agrarisch landgebruik) bevatten. De kleibodem hieronder is onvoldoende zandig om als een oeverwal te worden bestempeld. Naar
aanleiding van de resultaten van MUG is besloten om op de onderhavige locatie (deelgebied 2) een karterend booronderzoek uit te voeren om te bepalen of hier wel sprake is van een oeverwal met eventuele bewoningsresten onder de vegetatiehorizonten. Hier is ter plaatse van het
‘bomenhotel’ een uiterst siltige kleiondergrond aangetroffen, vermoedelijk met oeverwal, met een diffuse vegetatiehorizont erboven. Richting het oosten loopt de oeverwal weg en verdwijnt de vegetatiehorizont. Alhoewel er geen vindplaats en geen archeologische laag is aangetroffen, betreft de combinatie oeverwal + vegetatiehorizont een potentieel archeologisch (sporen)niveau. Geadviseerd wordt om de werkzaamheden ter plaatse van Deelgebied 2 archeologisch te
begeleiden. Deelgebied 3 is na het booronderzoek vrijgesteld van verder archeologisch
veldonderzoek.
Tijdens de opgraving – variant archeologische begeleiding is er geen archeologische vindplaats
aangetroffen. Wel is de eerder waargenomen bodemopbouw bevestigd. Aangezien er geen
vindplaats is aangetroffen en de graafwerkzaamheden (binnen het onderzoeksgebied) reeds zijn afgerond, komt hiermee het archeologische onderzoek tot een einde.
Wel wordt aanbevolen om de aangetroffen vondst (vondstnummer 1) te deselecteren.
De implementatie van het bovenstaande deselectievoorstel is afhankelijk van het oordeel van de bevoegde overheid, in deze de gemeente Groningen. Deze dient een selectiebesluit te nemen.