In opdracht van gemeente Utrecht en Van de Haar Groep heeft RAAP van 26 november 2018 tot en met 10 februari 2020 gefaseerd een archeologische opgraving, variant archeologische begeleiding uitgevoerd in het kader van het project ‘herinrichting Tuin Rhijnauwen’ in de gemeente Bunnik. Het voornaamste doel van het onderzoek was het veiligstellen van de wetenschappelijke informatie (behoud ex situ).
Gezien de beperkte omvang en -over het algemeen- ook diepte van het onderzoek zijn hoofdzakelijk ophogingslagen, die dateren uit de nieuwe tijd (globaal vanaf ca. 1750 tot heden) , waargenomen. Daarbij valt overigens wel op dat het maaiveld op het voorterrein ongeveer een meter hoger ligt dan dat rond het hoofdgebouw. De werkzaamheden hebben hoofdzakelijk in dit pakket ophogingslagen plaats gevonden.
Er zijn wel enkele sporen aanwezig, die zijn ingegraven in de genoemde lagen. Op basis van het vondstmateriaal zijn deze uit niet ouder dan ongeveer de 17e/18e eeuw, maar meestal nog jonger, uit de 19e eeuw en daarna. Naar de precieze functie van de sporen uit deze periode (enkele muurfragmenten en twee kuilen) blijft het gissen. Dat geldt niet voor het voormalige wegdek dat aangetroffen is. Dit betreft de voorloper, vermoedelijk rond 1955 aangelegd, van de huidige weg is en in een later stadium vervangen door het huidige wegdek.
Slechts één spoor heeft een oudere datering, namelijk sloot S10, tussen ongeveer 1250 en 1650. Mogelijk betreft dit een verkavelingssloot van voordat het terreindeel als kasteelterrein in gebruik werd genomen. Aangezien deze slechts over een gering oppervlak onderzocht is en nergens bodemingrepen tot deze diepte reikten, blijft de interpretatie van de sloot echter ook onduidelijk. Ook zijn enkele vondsten uit dezelfde periode aanwezig.
Het vondstmateriaal dat verzameld is (m.n. aardewerk en keramisch bouwmateriaal) dateert voor het overgrote deel uit de Nieuwe tijd, globaal vanaf de 17e eeuw. Aangezien het zich in ophogingslagen bevindt, is niet duidelijk of het daadwerkelijk afval is uit het plangebied zelf of dat het met de grond van elders aangevoerd is. Vooralsnog wordt er vanuit gegaan dat het gaat om afval van het gebruik van het voorterrein in de Nieuwe tijd.
