Wormspijkers in het Medemblikker havenhoofd

Tijdens de archeologische monitoring van de vernieuwing van het havenhoofd van Medemblik werd in de ochtend van vrijdag 29 augustus 2014 een bijzondere ontdekking gedaan. Achter de zojuist geslagen damwand waren door de aannemer een 41-tal eiken dijkpalen getrokken en neergelegd. Opvallend aan deze dijkpalen was de aanwezigheid van vele duizenden rechthoekige spijkergaten. Op enkele van de palen kleefden nog rode roestige ijzeren plaatjes, zogenaamde wormspijkers. Een vondst van wormspijkerpalen was nog niet eerder in archeologische omgeving langs de Westfriese Omringdijk gedaan. Voor het eerste kon dit waterbouwkundig boeiende fenomeen in het Zuiderzeegebied worden bestudeerd. De betimmering met wormspijkers is een direct gevolg van de ‘paalwormcrisis’ van 1730-34. Op basis van de vondst van wormspijkerpalen kan worden gesteld dat ook in Medemblik op de plaats waar functioneel geen steenglooiing mogelijk was na 1731 maatregelen tegen de paalworm werden genomen. Deze maatregel bestond uit het aanbrengen van kopspijkers, de zogenaamde paalwormspijkers in de staande palen van de havenhoofden. Per paal is het deel dat 90 cm boven de vloedlijn uitstak tot het deel dat net in de waterbodem verdween, bespijkerd. Berekend is op basis van de vondsten, gereconstrueerde dichtheden van het bespijkerde oppervlak, omvang van de palen, diepte van het inslaan dat per paal gemiddeld 3869 spijkers nodig zijn. Dit komt voor het havenhoofd van Medemblik neer op enige miljoenen wormspijkers. Dat het om grote aantallen gaat blijkt uit de nota’s van 1776 van de stad Medemblik. Voor het bespijkeren van de palen van de havenhoofden zijn ongeveer 11,8 miljoen wormnagels besteld, het was in 1776 ongeveer 2.530 mandagen werk om deze vast te timmeren. In 1778 was dit 1885 mandagen werk. Gemiddeld werd per werkdag 4.700 spijkers per arbeider weggetimmerd, hetgeen bij een werkdag van 10 uur neerkomt 470 spijkers per uur. Omdat het dendrochronologisch onderzoek geen uitsluitsel bracht over de kapdatum van de palen, valt niet te zeggen of de aangetroffen palen bij de maatregelen van 1731-1735 horen, tot die van 1776-1778 of zelfs later. Een datering in de 19de of wellicht vroege 20ste eeuw is plausibel. De gepresenteerde gegevens stammen daardoor vrijwel zeker uit verschillende perioden. Voor de zeggingskracht van de data doet dit echter weinig ter zake, het gaat om forse en kostbare maatregelen binnen dezelfde problematiek. De reconstructie van het havenhoofd op basis van iconografische bronnen gekoppeld aan de archeologische en historisch data laat zien dat de palen vermoedelijk alleen afkomstig zijn uit het derde, uiterste, deel van het havenhoofd. Hier stonden lange en korte palen om en om in de paalstelling. De palen stonden niet aan een maar los van elkaar achter de palen stonden horizontaal planken. Mogelijk zijn deze niet vastgetimmerd maar met teer ‘vastgeplakt’ aan de wormspijkerpalen. Voor 1731 lag hier een eenvoudige kade gemaakt van hout, waarbij een constructie van palen en planken was gevuld met vermoedelijk zeegras en hard bouwmateriaal als puin en natuursteen. Na 1731 werd het havenhoofd veranderd in een strekdam waarvan de buitenzijde uit met wormspijkers bespijkerde palen bestond en vermoedelijk geteerde planken. Deze vormden een houten ‘kist’ voor de kern van het hoofd. Waar deze kern uit bestond is niet duidelijk. Het hoofd bestond uit drie delen, waarvan op het middelste deel het havenlicht stond. Dit havenhoofd raakt een aantal malen beschadigd. Na de storm van november 1776 wordt gedurende een aantal jaren het havenhoofd vrijwel opnieuw gebouwd. Na 1830 en voor 1910 wordt het houten havenhoofd vervangen door een dam van zwerfsteen. In 1911 werd tropisch hout in combinatie met eiken toegepast. Delen van de bespijkerde paalwering blijven achter of worden opgenomen in de nieuwe constructie. Na 1911 wordt het havenhoofd opnieuw verbouwd en krijgt een basaltglooiing, dat later aan de binnenzijde wordt voorzien van een stalen damwand. In 2014 wordt een tweede stalen damwand aangebracht waarbij restanten van het havenhoofd uit de 18de en 19de eeuw worden aangetroffen.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-26w-7nmt
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-cd-ukuu
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:164268
Provenance
Creator Bartels, M.H.
Publisher Archeologie West-Friesland
Contributor Swart, P.; Weerd, H. de; Archeologie West-Friesland
Publication Year 2020
Rights info:eu-repo/semantics/restrictedAccess; License: http://dans.knaw.nl/en/about/organisation-and-policy/legal-information/DANSLicence.pdf; http://dans.knaw.nl/en/about/organisation-and-policy/legal-information/DANSLicence.pdf
OpenAccess false
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Text
Format application/pdf
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (3.093 LON, 52.752 LAT); Havenhoofd Medemblik; Noord-Holland