Hollandse Kust (Zuid)

SUMMARY (EN)

Periplus Archeomare was assigned by RVO to conduct an archaeological assessment of the Hollandse Kust (Zuid) Windfarm Zone.

Within the investigated area of the wind farm zones there is a high expectation for the presence of (remains of) ship wrecks and WWII plane wrecks. Locally in situ remains of Late Paleolithic and Early Mesolithic camp sites might be present.

Parts of the research area have been investigated by geophysical surveys in the past.

During the geophysical survey for Luchterduinen, which covers approximately 5 percent of the area, three objects were classified as of possible archaeological value.

During the geophysical survey for Delta Hydrocarbons, which covers approximately 2 percent of the area, no objects were classified as of possible archaeological value.

Over 90 % of surface of the wind farm area has not been investigated by detailed geophysical surveys. The area may contain more undiscovered shipwrecks or remains of shipwrecks.

Shipwrecks A total of 19 shipwrecks are known in the area. Details like names, types and date of sinking are not known, nor are the exact locations. Further research is needed to determine the cultural-historical value.

Plane wrecks During World War II, many airplanes crashed into the North Sea. Several sources are ambiguous about the number of aircraft still missing. It is at least hundreds. Remains are found on a regular base by fishermen or during sand extraction. In the vicinity of the research area, four locations of plane wrecks are known. It is quite possible to expect plane wrecks within the research area.

Prehistory Remains of prehistoric camp sites are expected in situ in cover of sand dunes and ridges (Wierden Member), river dunes (Delwijnen Member) and river bank deposits (Wijchen Member) provided these units are un-eroded. Within the Basal Peat Bed well-preserved lost objects and dumps can be encountered. The archaeological levels of interest are located under a 0 - 5 meter cover of the Bligh Bank Member. Remains of Neanderthaler camp sites can be expected within lacustrine clays of the Brown Bank Member which is covered by the Kreftenheye Formation.

At this stage little is known about the integrity of the Pleistocene landscape. The Pleistocene units are encountered at shallow depths. Therefore erosion of these units and archaeological remains therein seems likely. Locally the Basal Peat Bed might have protected the Pleistocene landscape against erosion. By means of subbottom profiling in combination with analysis of vibro core samples the Basal Peat Bed and the underlying well-preserved archaeological level can be mapped. It is unlikely however that archaeological remains of Paleolithic and Mesolithic camp sites can be identified with sufficient certainty (based on the geophysical and geotechnical surveys) to impose restrictions on wind farm development.

In accordance with the AMZ cycle it is advised to conduct a field investigation (in Dutch ‘Inventariserend veldonderzoek opwaterfase’) in order to:

• Map the locations of known wreck sites in great detail; • Make an inventory for the parts of the area which have not been covered in previous surveys

In general, similar investigations carried out in the past consist of a geophysical survey with side scan sonar, magnetometer and subbottom profiler. The resulting data should be assessed after the general processing, interpretation and reporting has been performed by the survey contractor, if possible in combination with analysis of core samples. The archaeological assessment of the data has to be conducted by a geophysical specialist (KNA prospector Waterbodems).

The data quality expected from the surveys need to match the demands for this archaeological assessment. To ensure compatibility between the site investigation and the required quality for this assessment it is recommended to define a Program of requirements (In Dutch: ‘Programma van Eisen’) in accordance with the ‘KNA’ (the Dutch quality standards for archeological research), to be authorized by the competent authority.

During the installation of the wind turbines and construction of the cables archaeological remains may be encountered that were fully covered by sediment or not identified as archaeological remains during the geophysical survey. In accordance with the Malta convention incorporated in the Monuments Act through the Archaeological Heritage Management Act (Revised 2007) it is required to report those findings to the competent authority. This notification for archaeological finds should be included in the specifications or scope of work.

SAMENVATTING (NL)

In opdracht van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) heeft Periplus Archeomare B.V. een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor het toekomstige windpark Hollandse Kust (Zuid).

Voor het onderzoeksgebied bestaat een hoge verwachting voor de aanwezigheid van (resten van) scheepswrakken en vliegtuigwrakken uit de Tweede Wereldoorlog. Daarnaast is het aannemelijk dat vanwege de post-glaciale zeespiegelstijging in situ resten van kampementen van jagers/verzamelaars uit het Late-Paleolithicum en het Vroeg-Mesolithicum kunnen worden aangetroffen.

Delen van het onderzoeksgebied zijn in het verleden al vlakdekkend onderzocht met geofysische technieken.

Tijdens de geofysische survey voor windgebied Luchterduinen, wat ongeveer 5 procent van het windgebied Hollandse Kust (Zuid) beslaat, zijn geen objecten met mogelijke archeologische waarde gerapporteerd.

Meer dan 90% van het windgebied is nog niet in detail onderzocht door middel van geofysische survey. Het is mogelijk dat onbekende (resten van) wrakken aanwezig zijn.

Scheepswrakken Binnen het onderzoeksgebied zijn in totaal 19 scheepswrakken bekend. De exacte locatie en verdere details als scheepsnamen, scheepstypes zijn niet bekend. Aanvullend onderzoek is nodig om de cultuur-historische waarde van deze wrakken vast te stellen.

Vliegtuigwrakken Gedurende de Tweede Wereldoorlog zijn veel vliegtuigen neergestort in de Noordzee. Verschillende bronnen zijn onduidelijk over het aantal vliegtuigen dat nog vermist wordt, maar het moeten er honderden zijn. Zowel tijdens zandwinning en kust beschermingsproject als door visser worden regelmatig resten van vliegtuigen aangetroffen. In de omgeving van het onderzoeksgebied zijn vier locaties bekend met vliegtuigresten.

Prehistorie De verwachting voor de Prehistorie (Paleo-Meso) is hoog onder hogere zandduinen en richels (Wierden Member), op de afgedekte rivier duinen (Delwijnen Member) en overafzettingen (Wijchen Member). In het Basisveenpakket is de verwachting hoog voor wat betrerft losse vondsten en rituele deposities.. De archeologische interessante niveaus liggen onder de afzettingen van het Bligh Bank Member pakket met een dikte van 0 tot 5m dikte. Resten van Neanderthaler kampen kunnen worden verwacht in de Onder de lacustriene kleiafzettingen van de Brown Bank Member is een hoge verwachting voor het Paleolithicum (Neanderthaler). De Brown Bank Member afzettingen zijn veelal afgedekt door de Kreftenheye Formatie.

Op dit moment is weinig bekend over de integriteit van het Pleistocene landschap. De Pleistocene liggen dicht onder de zeebodem. Hierdoor is de kans op erosie aannemelijk. Lokaal kan het bovengelegen Basisveen het Pleistocene landschap hebben beschermd tegen erosie. Voor beter onderbouwd verwachtingsmodel adviseren wij een subbottom profiling onderzoek uit te voeren in combinatie met de analyse van vibro core samples. Daarmee kunnen het basisveen en de onderliggende goed bewaarde archeologische lagen beter worden gekarteerd. De aanwezigheid van Paleolithische en Mesolitische nederzettingsresten is op basis van dit onderzoek echter niet met volledige zekerheid vast te stellen. Het daardoor lastig om archeologische beperkingen op te leggen aan de ontwikkeling van het windpark.

In overeenstemming met het AMZ-cyclus wordt geadviseerd om een inventariserend veldonderzoek opwaterfase' uit te voeren om:

  • De locaties van bekende wrakken in meer detail te karteren;
  • De delen van het gebied waar nog geen survey opnames zijn uitgevoerd te inventariseren.

Vergelijkbare geofysische onderzoeken bestaan over het algemeen uit surveys met side scan sonar, magnetometer en een subbottom profiler. De resulterende data moeten geanalyseerd worden na oplevering van de gegevens door het surveybedrijf. De archeologische analyse van de gegevens dient te gebeuren door een geofysisch specialist (KNA prospector waterbodems).

Het onderzoek moet voldoen aan de Kwaliteitsnorm Archeologisch Onderzoek (KNA). Om dit te waarborgen worden de eisen voorafgaand aan het onderzoek vastgelegd in een Programma van Eisen (PvE), dat is goedgekeurd door het bevoegd gezag.

Zoals gezegd blijven onderzekerheden bestaan omtrent de aanwezigheid van archeologische waarden in het plangebied. Dat betekent dat dat ook tijdens de bouw onverwacht archeologische waarden kunnen worden aangetroffen. De civiel uitvoerder is conform de Monumentenwet 1988 (herzien in 2007) verplicht om dergelijke vondsten te melden bij de bevoegde overheid. Deze meldingsplicht voor archeologische vondsten moet als protocol in het bestek of Plan van Aanpak van het werk opgenomen.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-x5u-62n5
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-k6k2-ih
Related Identifier https://doi.org/10.17026/dans-xdk-5sv4
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:67859
Provenance
Creator Brenk, S. van den
Publisher Periplus Archeomare
Contributor Lil, R. van; Oever, E.A. van den; Periplus Archeomare
Publication Year 2017
Rights info:eu-repo/semantics/restrictedAccess; DANS License; https://dans.knaw.nl/en/about/organisation-and-policy/legal-information/DANSLicence.pdf
OpenAccess false
Representation
Language English
Resource Type Text
Format application/pdf
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (3.955W, 52.180S, 4.267E, 52.428N); Hollandse Kust (Zuid) Windfarm Zone; Noordzee; Katwijk