Eindhoven. Stadhuisplein

In 2019 heeft in het zuidoostelijk deel van het Stadhuisplein te Eindhoven een opgraving plaatsgevonden. Het betreft een zone langs de voormalige stadsgracht, die vanaf de 13e eeuw onder andere gebruikt werd voor ambachtelijke activiteiten.

In de 13e en 14e eeuw bestond het terrein uit een moeras. De naaste omgeving van de Dommel was waarschijnlijk stikstofarm en bestond uit een typisch laagveen milieu. Wat verder van het water bevonden zich graslanden. Lokaal werd afval gedumpt in kuilen langs de gracht, wat zorgde voor een voedselrijk watermilieu. Mogelijk dumpte men hier afval omdat dit gebied al marginaal was, wat tevens blijkt uit het verwerken van vlas in de directe omgeving. Het roten van vlas zorgt immers voor een ernstige vervuiling van het water en de omgeving. Ook in de 16e eeuw lijkt het nog te gaan om een perifere zone van de stad. Het gebied is begroeid en indicatoren voor een stadsmilieu zijn zeldzaam. Pas vanaf de 17e en 18e eeuw lijkt het te gaan om gebied met meer menselijke activiteit.

Langs de Dommel, op de helling van het dal, zijn zes kuilen aangetroffen uit de 13e en 14e eeuw. De ronde kuilen hadden een doorsnede van 3 tot 5 meter en waren ongeveer 1 meter diep. De vorm van de kuilen en de gelaagde vullingen zijn opvallend. Tijdens eerder onderzoek op het Stadhuisplein ten noorden van het huidige onderzoeksgebied zijn soortgelijke kuilen aangetroffen. Vermoed werd dat deze kuilen opzettelijk waterdicht waren gemaakt met klei en mogelijk gediend hadden als volderskuilen. In dergelijke kuilen werden wollen stof (lakens) gedompeld in water met daarin opgelost speciale vollersaarde, zeep of urine. Vervolgens werd de wollen stof langdurig met voeten betreden, waardoor deze dichter (voller) van structuur werd. Bij botanisch en micromorfologisch onderzoek werden echter geen aanwijzingen gevonden voor een dergelijke functie. Ook literatuuronderzoek lijkt een functie als vollerskuil uit te sluiten. Voor zover bekend werden wollen lakens enkel in houten of stenen kuipen gevold. Het vollen van lakens in kuilen, uitgegraven in de aarde, zou enkel geleid hebben tot een verruïneerd product. De onderzoeksgegevens wijzen eerder op een functie als vlasrootkuil, daarnaast is misschien een van de kuilen gebruikt voor het preparen ofwel ‘stromen’ van huiden. Bij dit proces (onderdeel van het leerbewerkingsproces) worden huiden geweekt in water. De vlees- en haarzijde zwellen daardoor op waardoor de resten gemakkelijker konden worden verwijderd. Meestal gebeurde dit in stromend water, soms in combinatie met kuipen, bakken en kuilen. Mogelijk werd dit perifere deel van de middeleeuwse stad gebruikt voor dergelijke handelingen, die stankoverlast met zich meebrachten.

Uit historische bronnen is bekend dat Eindhoven rond 1340 versterkt was met een stadsgracht. Deze gracht stroomde vroeger met een lichte bocht over het onderzoeksterrein en volgde het tracé van een prehistorische, verveende loop van de Dommel; bij de aanleg van de gracht is gebruik gemaakt van het natuurlijke landschap. De gracht had een maximale breedte van zo’n 13,5 meter en was 1,5 meter diep. Het ontbreken van vullingslagen uit de 14e tot en met 16e eeuw kan erop wijzen dat de stadsgracht in het verleden regelmatig is uitgebaggerd. De oudste lagen die in de stadgracht werden aangetroffen dateren uit de 17e en 18e eeuw. Bijzonder is een afvalpakket met daarin veel glasscherven, aardewerkfragmenten en zelfs textielresten uit de periode 1700-1850.

De spreiding van de hierboven beschreven kuilen geeft indirect ook informatie over de ligging van de stadswal bij de gracht. Waar zich de kuilen bevonden kan geen wal hebben gelegen. Afgaande op de spreiding van de sporen bevond de stadswal zich aan de top van de helling van het Dommeldal. Als deze veronderstelling klopt bedroeg de afstand van de wal tot de gracht circa 12 meter.

Tijdens het onderzoek werd ook een tweede gracht gevonden. Deze gracht stond haaks op de stadsgracht en dateert uit het begin van de 15e eeuw. Omstreeks het midden van de 16e eeuw is deze binnengracht dichtgeraakt. De functie van de binnengracht is overigens niet duidelijk.

Hoewel sprake is van een opgraving zijn grote delen van het onderzoeksgebied in situ behouden gebleven. De stadsgracht, binnengracht en het noordelijk deel van het onderzoeksterrein zijn gespaard gebleven en vormen een belangrijk bodemarchief voor de geschiedenis van de stad Eindhoven.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-z87-fgbk
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-px-5d8a
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:239079
Provenance
Creator Mooren, J.R.
Publisher BAAC
Contributor Hendriksen, M.; Grabowski, R; Kaneda, A.; Aal, J.; Tolboom, M. A.; Stoop, D.; Comis, S.Y.; Kappel, K van; BAAC; Gemeente Eindhoven
Publication Year 2022
Rights info:eu-repo/semantics/restrictedAccess; License: http://dans.knaw.nl/en/about/organisation-and-policy/legal-information/DANSLicence.pdf; http://dans.knaw.nl/en/about/organisation-and-policy/legal-information/DANSLicence.pdf
OpenAccess false
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Dataset
Format application/pdf; image/jpeg; image/tiff; xls; GIS-bestanden; application/x-cmdi+xml
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (5.480 LON, 51.435 LAT); Netherlands