Gemeente Zeist. Plangebied Camp New Amsterdam te Huis ter Heide

In opdracht van het Rijksvastgoedbedrijf heeft het onderzoeks- en adviesbureau BAAC bv een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Camp New Amsterdam. Aanleiding voor het onderzoek betreft de voorgenomen herontwikkeling van het gebied. Er zijn op dit moment nog geen concrete plannen voor de verdere herontwikkeling.

Uit het bureauonderzoek blijkt dat het plangebied deel uitmaakt van een sandr, die wordt doorsneden door een droog dal. Dergelijke arme, droge gebieden zonder een duidelijk landschappelijke gradiënt of de aanwezigheid van een waterbron waren van oudsher geen aantrekkelijke vestigingsgebieden. Dit blijkt ook uit het ontbreken van archeologische vondsten in de directe omgeving, hoewel dit ook te maken zou kunnen hebben met de ligging in een niet-toegankelijk gebied (militaire vliegbasis) vanaf de Tweede Wereldoorlog. De dichtstbijzijnde vondsten bevinden zich op de flank van de stuwwal of op de dekzanden. De aanwezigheid van archeologische resten van jager-verzamelaars uit het laat-paleolithicum-neolithicum of verspoelde resten uit het midden-paleolithicum zijn natuurlijk nooit geheel uit te sluiten.

Rond 1800 is het plangebied aangeplant met (naald)bos. Als gevolg hiervan zal de natuurlijke bodem zijn verploegd, waardoor een heterogene bovengrond is ontstaan. In de Tweede Wereldoorlog en de daarop volgende periode hebben in het plangebied egalisaties, graafwerkzaamheden en andere verstoringen plaatsgevonden, waardoor de natuurlijke bodem plaatselijk (diep) zal zijn verstoord.

Archeologische verwachting Op basis van het onderzoek geldt voor het plangebied grotendeels een lage archeologische verwachting voor de archeologische perioden voor 1940. Eventueel zouden er uit de periode vóór 1800 resten van oude karresporen aanwezig kunnen zijn. Daarnaast kunnen er resten worden verwacht van vijf van de zeven erven uit het eind van de 19e eeuw/begin van de 20e eeuw die in het centrale en zuidwestelijke deel van het plangebied aanwezig waren. Drie erven vallen binnen een zone waarin recent nieuwbouw is gepleegd. Voor resten uit de Tweede Wereldoorlog en Koude Oorlog geldt daarentegen wel een hoge archeologische verwachting, met uitzondering van enkele locaties waar recent afgravingen hebben plaatsgevonden ten behoeven van nieuwbouw (zie bijlage 2).

De resten uit de Tweede Wereldoorlog houden verband met de in 1940 aangelegde Fliegerhorst. Binnen het plangebied lag de zuidwestelijke Liegeplatz die in 1944 aanzienlijk is uitgebreid. Deze Liegeplatz bestaat uit een rolbaan of weg met daaraan Hallen (hangaars) en Splitterboxen (open opstellingen). Verder lagen er diverse losse gebouwen, zoals bluskelders, een verbandplaats, stokerij, een munitieopslag, brandstofopslag en een concentratie bouwwerken die onderdeel vormden van de opslag- en werkplaatsen. In het uiterste oosten van het plangebied lag een Duitse luchtafweerbatterij die voor de verdediging van het luchtruim moest zorgen. De sporen die kunnen worden verwacht zijn onder andere loopgraven, luchtafweerstellingen, funderingen van gebouwen, resten van de wegen (rolbaan), opstelplaatsen, bomkraters, sporen of resten van losse wapenopstellingen, kabelsleuven, schuttersputjes, afvalkuilen en versperringen. Hiervoor geldt derhalve een hoge archeologische verwachting.

De resten van de wederopbouw en Koude Oorlog zijn voor een deel nog als herkenbare elementen in het plangebied aanwezig. Rondom deze structuren kunnen echter nog archeologische sporen en vondsten worden verwacht. Onderzoek binnen het plangebied en in het in het oosten aangrenzende gebied heeft dit uitgewezen. Zo bleek dat in het verleden gesloopte structuren archeologisch goed herkenbaar en nog aanwezig kunnen zijn, er tevens diverse tijdelijke structuren en sporen op het terrein aanwezig waren die enkel archeologisch zichtbaar waren (waaronder tijdelijke wachtposten) en er zich afvalkuilen bevonden met onder andere onderdelen van vliegtuigcrashes. Sporen die kunnen worden verwacht zijn onder andere funderingsresten, wachtposten, wapenopstellingen, afvalkuilen, kabelsleuven en resten van aardwerken.

Als gevolg van de ontwikkeling van het plangebied zal de bodem tot op grote diepte worden verstoord. Gezien de hoge archeologische verwachting voor resten uit de Tweede Wereldoorlog en Koude Oorlog die al direct vanaf het maaiveld kunnen worden verwacht, wordt geadviseerde een vervolgonderzoek uit te voeren om de aan- of afwezigheid, de aard, de omvang, de datering, de gaafheid, de conservering en de inhoudelijke kwaliteit van de archeologische waarden vast te stellen.

Tevens wordt geadviseerd de diverse bodemverstorende werkzaamheden bij eventuele toekomstige OCE-onderzoek te begeleiding en vervolgonderzoek uit te laten voeren in de vorm van een ‘IVO-P-variant1 archeologische begeleiding’ met een mogelijke doorstart naar een ‘opgraving – variant archeologische begeleiding’. Voorafgaand aan dit onderzoek dienen de eisen, waaraan het onderzoek dient te voldoen, te worden vastgelegd in Programma van Eisen (PvE).

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-x4x-e5rv
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-mo-lpfi
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:223532
Provenance
Creator Warmerdam, N.T.W.; Boer, E.A.M. de
Publisher BAAC
Contributor BAAC; Rijksvastgoedbedrijf
Publication Year 2021
Rights info:eu-repo/semantics/restrictedAccess; License: http://dans.knaw.nl/en/about/organisation-and-policy/legal-information/DANSLicence.pdf; http://dans.knaw.nl/en/about/organisation-and-policy/legal-information/DANSLicence.pdf
OpenAccess false
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Text
Format application/pdf
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (5.252W, 52.118S, 5.271E, 52.127N); Camp New Amsterdam; Huis ter Heide; Zeist; Utrecht