Antea Group projectnummer 460403 rapportvolgnummer 2020/67 ARCHIS3 4836165100
Het tracé is gelegen in drie verschillende gemeenten, te weten gemeente Beemster, Purmerend en Edam-Volendam.
In de nabijheid van het westelijke uiteinde van het plangebied (in De Beemster) is een molentocht aanwezig. Eén van de vier molens is opgegraven tijdens een archeologisch onderzoek in voorbereiding op de verdubbeling van de N244 ter hoogte van de toe- en afrit van de A7. De opgraving vond plaats in het noordelijk talud van de N244. Aangezien het plangebied ten zuiden parallel aan de N244 loopt is er geen kans archeologische resten van de watermolens in de leidingsleuf. Resten ouder dan de 17e eeuw zijn niet te verwachten. De Beemster is drooggelegd in het begin van de 17e eeuw en op historische kaarten is ter hoogte van het plangebied geen ander mogelijk historisch-archeologisch relevante element aanwezig. De polderringdijk, de Oostdijk, wordt in het plan gekruist met een gestuurde boring en daarmee niet verstoord.
Het middendeel van het tracé ligt in het ruimtebeslag van de N244 in de gemeente Purmerend. Ten aanzien van het Provinciaal Inpassingsplan voor de N244 heeft in dit ruimtebeslag reeds een booronderzoek plaatsgevonden door Vestigia waarbij geen relevante nadere gegevens zijn verkregen. Bovendien geldt volgens de beleidskaart voor dit deel van het plangebied een lage verwachting en is in navolging daarvan in het bestemmingsplan geen onderzoeksverplichting vastgelegd.
Het uiterst oostelijke deel van het plangebied ligt ter plaatse van de Miedijk in de gemeente Edam-Volendam. Het is gelegen buiten het ruimtebeslag van de N244 en in het veenweidelandschap. Van de Miedijk zelf wordt vermoed dat dit een middeleeuwse ontginningas zou kunnen zijn geweest, met mogelijkheid op bewoning langs deze as tijdens ontginning en naderhand verlaten van deze woonplaats. Hetzelfde veenweidelandschap valt enkele honderden meters ten noorden van het plangebied onder provinciaal archeologisch belang, maar dat belang rust niet op het plangebied zelf, zonder een duidelijk landschappelijk of inhoudelijk onderscheid. Hoewel er in de boringen van Vestigia geen aanwijzingen zijn aangetroffen voor een middeleeuwse bewoningsas liggen deze te ver verwijderd van de huidige planlocatie om hierover zeggingskracht te hebben. De aanwezigheid van ontginningsbewoning in de nabijheid van de Miedijk is daarmee aanwezig en tijdens het graven van de leidingsleuf kunnen deze eventuele resten worden vernietigd. Nader onderzoek is derhalve op deze locatie aanbevelenswaardig.
Op grond van bovenstaande adviseren wij de archeologische verwachting voor de gemeente Beemster bij te stellen naar laag en het plangebied vrij te geven ten gunste van de voorgenomen ontwikkeling. Dit advies is in afwijking op de hoge verwachting zoals vertaald in de regelgeving en dient dus in overleg met de gemeente Beemster te worden afgestemd.
De aanleg voor zover in gelegen in de gemeente Purmerend vindt plaats in het ruimtebeslag van de N244 en voorts in een gebied dat op de gemeentelijke beleidskaart een lage verwachting heeft meegekregen. Nader archeologisch onderzoek is derhalve niet verplicht conform gemeentelijke regelgeving en de kans op verstoring van archeologische resten is gering te noemen.
In de gemeente Edam-Volendam is een hoge verwachting voor resten van ontginningsbewoning uit de late middeleeuwen langs de as die door de Miedijk wordt gevormd. Er is onvoldoende onderzoek uitgevoerd om de aan- of afwezigheid van deze bewoning vast te stellen. Wij adviseren de hoge verwachting te toetsen door middel van het uitvoeren van een karterend booronderzoek.
