In opdracht van Royal HaskoningDHV B.V.is door RAAP in april 2018 een verkennend booronderzoek uitgevoerd. Het onderzoek had als doel de geo(morfo)logische en/of bodemkundige opbouw in kaart te brengen evenals eventuele bodemverstoringen. Het onderzoek had niet tot doel eventuele archeologische vindplaatsen in kaart te brengen.
De boorresultaten hebben de hoge archeologische verwachting bevestigd: binnen het onderzoeksgebied zijn kom-, oever-, geul-, verlandings- en beddingafzettingen aanwezig, behorend tot de meandergordel van Schaik. In een zestal boringen zijn in de top van de oeverafzettingen, in of onder een laklaag archeologische indicatoren aangetroffen. Deze bestaan uit houtskoolspikkels- en brokjes, een fragment verbrand- en onverbrand bot, spikkels roodleem en een enkel
stuk grind. Ook in de top van de verlandingsafzettingen zijn archeologische indicatoren aangetroffen. Naar verwachting loopt de vindplaats door tot in de geulafzettingen. De indicatoren zijn
aangetroffen op meerdere niveaus; vermoedelijk zijn twee of meer in tijd en stratigrafisch van elkaar gescheiden vindplaatsen aanwezig. De vindplaats(en) zijn niet begrensd. Naar alle waarschijnlijkheid lopen ze ook in oost- en westelijke richting door (buiten het onderzoeksgebied). De
vindplaats(en) lig(t)gen op een oever langs een restgeul die deels aan het verlanden is. Het betreft de meandergordel van Schaik (4100-2800 BC). De aangetroffen vindplaatsen hebben daarom een datering binnen deze periode of erna (indien de restgeul in een latere periode is gereactiveerd).