Hei- en Boeicopseweg 54 - 58 te Hei- en Boeicop, gemeente Zederik

Het onderzoek heeft in de periode 7 tot en met 12 februari 2008 plaatsgevonden aan de Hei – en Boeicopse weg 54 – 58 te Hei – en Boeicop (gemeente Zederik). De onderzoekslocatie heeft een oppervlakte van ongeveer 8.000 m2 waarvan 560 m2 (7% van het plangebied) is onderzocht. Het plangebied wordt ontwikkeld ten behoeve van woningbouw. 7 proefsleuven zijn aangelegd. Het proefsleuvenonderzoek heeft aangetoond dat er zich binnen het onderzochte deel van het plangebied resten van archeologische waarde bevinden. De proefsleuven 1, 3, 5 en 7 hebben enkele kuilen en greppels opgeleverd. Deze sporen zijn afgedekt met een beschermende laag klei die tussen de 50 cm tot 120 cm onder maaiveld reikt. De (paal)kuilen in sleuf 1 vormen mogelijk onderdeel van een gebouw uit de Nieuwe Tijd. In sleuf 3 zijn een 20ste-eeuws gedempte sloot en verder drie kuilen waargenomen. Sleuf 5 heeft een haaks op de nederzettingsas georiënteerde greppel met houtresten opgeleverd. De functie en datering hiervan zijn onbekend. Mogelijk betreft het een beschoeide erf- of perceelsafscheidingsgreppel. De aangetroffen sporen concentreren zich vooral in het zuidwestelijk deel van het terrein (sleuf 1, 7 en 5) langs de Hei- en Boeicopseweg. Behalve sporen is een pakket kleiige ophogingslagen aangetroffen met relatief veel nederzettingsafval. Deze vormen een terp, met een kern uit de Late Middeleeuwen langs de Hei- en Boeicopseweg (tot ca. 50 m van de rijbaan), die in de 17de -19de eeuw uitgebreid is over het gehele plangebied. Het geringe aantal sporen en vondsten in het noordoostelijke deel (terplekke van sleuf 2, 3, 4 en 6) kunnen mogelijk wijzen op een achterterrein / buitenterrein van een nederzetting waar weinig activiteiten hebben plaatsgevonden. Mogelijk heeft dit deel van de onderzoekslocatie altijd een weiland- of akkerlandfunctie gehad. Vooral bij de aanleg van de vlakken zijn vondsten tevoorschijn gekomen, maar ook bij het onderzoeken van de profielen. Deze vondsten zijn verdeeld over 50 vondstnummers. Voornamelijk de sleuven die het meest dichtbij de weg zijn gelegen (sleuf 1 en 7), hebben veel fragmenten aardewerk opgeleverd. Uit alle eeuwen van de 12de tot en met de 19de eeuw is aardewerk aangetroffen. Het aardewerk uit de Volle Middeleeuwen (9de – 12de eeuw) vertoont overwegend kenmerken die alleen maar, of nog tot in de 12de tot vroege 13de eeuw voorkomen. Daarnaast is aardewerk uit de Late Middeleeuwen B (13de -15de eeuw) aangetroffen. Het merendeel van het aardewerk wordt echter gevormd door aardewerk uit de Nieuwe Tijd, vooral door fragmenten roodbakkend aardewerk, die overwegend gedateerd zijn in de 17de tot 18de eeuw. Uit een gedempte sloot (sleuf 3) is veel industrieel witgoed afkomstig uit de late 19de tot 20ste eeuw. Behalve fragmenten aardewerk zijn ook fragmenten baksteen, leisteen (vermoedelijk dakbedekking), pijpaardewerk (stelen van kleipijpen), fragmenten glas en dierlijk botmateriaal tevoorschijn gekomen. Tijdens het onderzoek zijn de meest informatieve profielwanden gedocumenteerd. De profielen bestaan globaal uit een humeuze donker bruingrijze kleiige bouwvoor met vondsten uit de 17de tot 20ste eeuw, met daaronder een pakket van één tot enkele ophogingslagen lagen van bruingrijze, grijze of bruine klei. Onder deze kleilagen ligt donkerbruin veen met houtresten, waaruit geen vondsten afkomstig zijn. Alleen in werkput 2 zijn sporen bot in dit veen aangetroffen. De dikte van het antropogene ophogingskleipakket neemt af van ca. 90 cm in sleuf 1 in het zuidwesten tot 50 cm in sleuf 4 en 6 in het noordoosten. De samenstelling van de antropogene kleilagen verschilt per put. In sleuf 7 en 1 kan de onderste kleilaag op grond van aardewerkvondsten en het ontbreken van baksteensporen in de tweede helft van de 12de of het eerste kwart van de 13de eeuw gedateerd worden. Deze afval en/of ophogingslaag van humeuze, donker grijze klei ligt op het donker bruine veen en wordt afgedekt door een bruingrijze kleilaag met aardewerk uit dezelfde periode, vermengd met roodbakkend aardewerk uit de 17de of 18de eeuw en fragmenten baksteen puin. In werkput 5 is de (noordelijke) achterbegrenzing van twee lagen aangetroffen. De onderste venige laag is slechts 10 cm dik en vondstloos. Deze overgangslaag van veen naar klei-ophoging kan een loophorizont zijn geweest aan de achterrand van de ophoging uit de 12de – 13de eeuw in sleuf 1 en 7, waarin ophogingsklei en veen uit de ondergrond vertrapt en vermengd zijn geraakt. De profielen in werkput 2, 3, 4 en 6 geven informatie over de stratigrafie in een ander perceel, gelegen ten oosten van de 20ste eeuw gedempte sloot en een bestaand pad en achter (ten noorden van) huisnummers 52 en 54. In het zuidelijk gedeelte (in werkput 2 en 3) zijn onder de bouwvoor twee kleiige ophogingslagen aangetroffen. In het noorden (sleuf 4 en 6) ligt slechts één ophogingslaag tussen de bouwvoor en het veen. In alle kleiiige ophogingslagen zijn echter baksteenresten aangetroffen. Op basis van deze resultaten is aan het terrein een middelhoge archeologische waarde toegekend. Het terrein wordt daarom vanuit archeologisch gezichtspunt als behoudenswaardig geacht.

Identifier
DOI https://doi.org/10.17026/dans-xmx-ez7w
PID https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-1xm-a10
Related Identifier https://nbn-resolving.org/urn:nbn:nl:ui:13-1xg9-pg
Metadata Access https://easy.dans.knaw.nl/oai?verb=GetRecord&metadataPrefix=oai_datacite&identifier=oai:easy.dans.knaw.nl:easy-dataset:38622
Provenance
Creator Synthegra BV; Linden, B. van der
Publisher Synthegra Archeologie bv
Contributor Leuvering, J.H.F.; Spitzers, T.A.; Diependaal, S.; Synthegra Archeologie bv
Publication Year 2011
Rights info:eu-repo/semantics/openAccess; License: http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0; http://creativecommons.org/publicdomain/zero/1.0
OpenAccess true
Representation
Language Dutch; Flemish
Resource Type Text
Format application/pdf
Discipline Ancient Cultures; Archaeology; Humanities
Spatial Coverage (5.081 LON, 51.945 LAT); 38F; Hei en boeicopseweg 54-58; Hei- en Boeicop; Zederik; Zuid-Holland