ADC ArcheoProjecten heeft in november 2016 een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek uitgevoerd op de locatie Onderdijk 126 te Hendrik-Ido-Ambacht, gemeente Hendrik-Ido-Ambacht. Aanleiding is de geplande nieuwbouw van vier woningen.
Op basis van het bureauonderzoek werden op een diepte van ca. 1 m -mv oeverafzettingen van de Merwede of Waal verwacht. Op grond van de vormingsgeschiedenis kunnen in de top archeologische resten uit de Romeinse tijd aanwezig zijn. Deze resten bestaan overwegend uit bewoningsresten, zoals aardewerkconcentraties binnen een humeuze laag, aangevuld met grondsporen. Gedurende de Vroege Middeleeuwen vernatte het plangebied waarschijnlijk en raakte het met veen bedekt. Hierdoor werd het ongeschikt voor bewoning.
In de 10e eeuw werd het veengebied op grote schaal ontgonnen. Dit verkavelingspatroon is echter niet meer te zien in het landschap vanwege grootschalige overstromingen in de 14e eeuw. Hierna is de Zwijndrechtse Waard opnieuw bedijkt en ontgonnen. Het plangebied lag vanaf die tijd in ’De Volgerlanden’, de ‘slechte’ gronden waar een overslagdek aanwezig was. Reeds op 16e-eeuwse kaarten is bebouwing langs de Veersedijk te zien, maar het is niet duidelijk of ook in het plangebied sprake was van bebouwing. Vanaf het begin van de 19e eeuw bestaat echter wel zekerheid over de aanwezigheid van bebouwing. In het plangebied kunnen mogelijk bewoningsresten voorkomen uit de periode vanaf de 14e eeuw. Deze worden vanaf het maaiveld verwacht, in een archeologische laag, een humeuze laag met aardewerk, dierlijk bot en bouwresten. Hieronder kunnen grondsporen zoals waterputten,afvalkuilen en greppels/sloten voorkomen. Naar verwachting zijn eventuele archeologische resten deels verstoord als gevolg van de aanleg van de latere bebouwing.
Teneinde deze verwachting te toetsen en waar nodig aan te vullen is in het plangebied een verkennend booronderzoek uitgevoerd.
Tijdens dit onderzoek zijn de verwachte oeverafzettingen van de Merwede en/of Waal niet aangetroffen. De aangetroffen bodemopbouw bestaat uit veen, afgedekt door een pakket komafzettingen. Hierop is in één boring een laag overslagafzettingen aangetroffen. De natte omstandigheden zullen niet aantrekkelijk zijn geweest voor bewoning. Tijdens het booronderzoek zijn dan ook geen veraarde veenlagen of vegetatiehorizonten aangetroffen, die kunnen duiden op een bewoonbaar oppervlak. Bovendien is de bodem recentelijk omgewerkt tot 40 à 90 cm –mv. Om deze redenen worden geen archeologische resten in het plangebied verwacht.
