In het plangebied zijn twee werkputten aangelegd met een totaal oppervlak van ca. 910 m2. In het kader van bodemsanering is de ten dele verontreinigde bodem in beide werkputten tot circa. 0,4 – 0,7 m –mv ontgraven (één vlak). In de daaronder gelegen grond (oude bouwvoor) zijn archeologische vondsten aangetroffen, maar deze zijn vermoedelijk afkomstig uit dieper gelegen (ca. 1,0 m –mv) sporen/lagen en door opspit in de oude bouwvoor terecht gekomen. De bodem is naar verwachting vanaf ca. 1,0 m – 1,5 m –mv intact. In het onderzoeksgebied zijn geen archeologische sporen en structuren aangetroffen. Wel zijn 24 vondsten verzameld uit verstoorde grond (S999, V1, nieuwe tijd) en de oude bouwvoor (S901, V2, late middeleeuwen). Het gaat daarbij om keramiekvondsten en resten van dierlijk bot. Het onderzoek heeft geen directe aanwijzingen opgeleverd voor de aanwezigheid van een archeologische vindplaats. Echter, de beperkte ontgravingsdiepte en afdekkende verstoorde laag doet, in combinatie met de resultaten van het karterend booronderzoek (Veenstra, 2020), vermoeden dat op grotere diepte (vanaf ca. 1,0 m –mv) mogelijk archeologische lagen aanwezig zijn, die gerelateerd zijn aan terpbewoning.