In opdracht van de gemeente Zaltbommel heeft Greenhouse Advies B.V. een archeologisch bureau-onderzoek uitgevoerd in het kader van de rioolglastuinbouw in de gemeente Zaltbommel. Daarbij gaat het om twee tracés met een totale lengte van circa 31,2 km. Het langste traject, langs de dorpen Bruchem, Gameren, Nieuwaal, Zuilichem, Brakel en Poederoijen, bevindt zich ten westen van Zaltbommel, terwijl dat ten oosten van de stad langs het gehucht Oensel loopt. In beide gevallen gaat het om buitengebieden en niet om historische dorpskernen.

Het plangebied ligt in de Bommelerwaard, en in geo(morfo)logisch opzicht is sprake van een aanzienlijke hoeveelheid elkaar overlappende en doorsnijdende meandergordels met bijbehorende stroom-ruggen en stroomrugglooiingen. De bodem bestaat vrijwel geheel uit zowel kalkloze als kalkhoudende poldervaaggronden, met enkele pockets van komklei.

Op basis van het bureauonderzoek kan worden gesteld dat voor meerdere delen van het plangebied een hoge archeologische verwachting geldt. Daarbij gaat het met name om de meandergordels van Bruchem en Gameren, waarvan de afzettingen relatief ondiep aanwezig zijn. Maar ook van de oudere stroomgordels kan niet met zekerheid worden gezegd dat de sedimenten niet worden geraakt door de voorgenomen rioolwerkzaamheden. Er zijn geen aanwijzingen aangetroffen voor grootschalige bodemverstoringen in het plangebied.

Op basis van de landschappelijk gegevens en vondstmeldingen en onderzoek in de omgeving kan worden gesteld dat voor een aanzienlijk deel van het plangebied een hoge archeologische verwachting geldt. Het betreft eventuele resten van verspreide begraving, bewoning en landgebruik voorafgaande aan de dorpsvorming in de Late Middeleeuwen. Daarbij zal het voor de vroegere perioden vermoedelijk gaan om losse vondsten. Vanaf de IJzertijd kan echter uitgegaan worden van sporen en structuren van de volgende complextypen: nederzetting, infrastructuur en in mindere mate graven of grafvelden.