De onderzoekslocatie ligt op de beddinggordel van Gouderak. Deze stroomgordel was actief 8500 en 8000 jaar geleden. Hierdoor heeft de onderzoekslocatie een middelhoge trefkans op archeologische resten. Gezien de ouderdom heeft deze trefkans betrekking op archeologische resten uit het Vroeg-Mesolithicum. De afzettingen van de stroomgordel van Gouderak zijn bedekt door mariene afzettingen van het zeegat van Rijswijk-Zoetermeer. Hierop kunnen mogelijk nog archeologische resten voorkomen uit het Midden tot Laat Mesolithicum. Voor resten uit latere perioden geldt een zeer lage trefkans. Deze zeer lage trefkans blijkt ook uit het ontbreken van archeologische resten in de directe omgeving. Uit het verkennend booronderzoek is gebleken dat op de hele onderzoekslocatie een dik pakket afzettingen van het zeegat van Rijswijk-Zoetermeer aanwezig is. In geen van de boringen zijn kreekafzettingen aangetroffen met aan de top sporen van bodemvorming, die er op duiden dat deze afzettingen in het verleden geschikt geweest zijn voor bewoning. Ook zijn in deze afzettingen geen archeologische indicatoren waargenomen. Onder deze mariene afzettingen zijn, gescheiden door een pakket komafzettingen, de oeverafzettingen van de stroomgordel van Gouderak aangetroffen. Op de onderzoekslocatie komen deze oeverafzettingen in twee niveaus voor: ´e´en op een diepte van 600 cm –mv en ´e´en op een diepte van 690 tot 785 cm –mv. Op beide niveaus zijn in de boringen geen sporen van bodemvorming waargenomen, die er op kunnen duiden dat de oeverafzettingen geschikt geweest zijn voor bewoning. Ook zijn in geen van de boringen archeologische indicatoren aangetroffen. Op basis van deze resultaten van het verkennend booronderzoek wordt geconcludeerd dat er waarschijnlijk geen archeologische resten en/of sporen op de onderzoekslocatie aanwezig zijn.