Laagland Archeologie heeft op 6 en 7 april een Inventariserend veldonderzoek - proefsleuven uitgevoerd aan de Performance Factory te Enschede, gemeente Enschede (OV). Op het terrein is eerder archeologisch onderzoek uitgevoerd. Uit dit onderzoek bleek dat direct grenzend aan het plangebied bij de begeleiding van een riool aanleg enkele Middeleeuwse en Nieuwe tijd waterputten zijn aangetroffen.
Op basis van dit onderzoek is door het bevoegd gezag besloten dat er een aanvullend onderzoek dient plaats te vinden in de vorm van een Inventariserend veldonderzoek – proefsleuven.
Het doel het proefsleuven onderzoek is om vast te stellen of er zich in het onderzoeksgebied archeologische vindplaatsen bevinden die bij een niet aangepaste uitvoering van de plannen bedreigd kunnen worden. Daarnaast heeft het proefsleuvenonderzoek het doel om een eventuele archeologische vindplaats te waarderen en middels deze waardering vast te kunnen stellen of de vindplaats behoudenswaardig is.
Op basis van de resultaten van het proefsleuvenonderzoek is er besloten dat er een doorstart zal plaatsvinden naar een opgraving voor de oostelijke zone van het plangebied. Hiervoor is een addendum PvE opgesteld met daarin enkele aanvullende onderzoeksvragen. Het doel van de opgraving is het documenteren, uitwerken en veiligstellen van de vindplaats conform het addendum PvE. Om op deze manier de informatie die van belang is voor de kennisvorming over het verleden te behouden. Deze informatie wordt opgeslagen in de projectdocumentatie en in de vondsten.
Het onderzoek bestond uit een proefsleuvenonderzoek conform het SIKB KNA-protocol 4003 en een opgraving van de oostelijke zone conform het SIKB KNA-protocol 4004.
Tijdens het proefsleuvenonderzoek bleek dat de westelijke helft van het plangebied tot diep in de C-horizont verstoord was. In de twee meest oostelijke proefsleuven leek de bodemopbouw grotendeels intact. Hier bestond de bodem uit een verstoord pakket met daaronder een oude akkerlaag. De akkerlaag lag boven op de C-horizont. De C-horizont bestond uit dekzand of keileem. In de oostelijke helft van het plangebied werden drie greppels en drie kuilen aangetroffen. In deze oostelijke proefsleuven was in het profiel een intact akkerdek aanwezig. Op basis van de aanwezigheid van een oud akkerdek met daaronder diverse archeologische sporen, en in het licht van de vondsten bij eerdere opgravingen nabij het plangebied wordt de vindplaats in het oosten van het plangebied behoudenswaardig geacht en is er besloten om de oostelijke zone van het plangebied op te graven.
Tijdens deze opgraving zijn er verschillende resten van off-site activiteiten uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd aangetroffen. Deze sporen bestaan uit drenkkuilen, greppels en kuilen. Daarnaast zijn er een paalspoor en een waterput uit de 19e tot begin 20e eeuw aangetroffen die gerekend kunnen worden tot een erf. De sporen uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd worden afgedekt door een akkerdek die is gevormd tussen 1650 en 1832.
