In opdracht van Brielsch Beleg bv heeft ADC ArcheoProjecten een Archeologische Begeleiding (opgraving met beperking) uitgevoerd ten behoeve van nieuwbouw op de locatie Turfkade 35 in de gemeente Brielle. De Archeologische Begeleiding behelsde het toezicht houden op het verwijderen van fundamenten en documenteren van de archeologische waarden in de ondergrond. Het onderzoeksgebied heeft een oppervlakte van ca. 780 m2 (totale plangebied 1500 m2) en bestond vóór de sloop uit twee tegen elkaar staande loodsen, die de jachtwerf “De Delta” vormden. Het gebied ligt in de zuidhoek van het oude vestingstadje en wordt in het noordwesten begrensd door de Turfstraat, in het 1 noordoosten door een rijksmonument in het zuidoosten door een kade en aangrenzend water (Zuidspui) en de Arnoldus Botbijlweg in het zuidwesten.Het onderzoeksgebied bestond in de prehistorie uit een landschap van zandplaten, slikken en gorzen met daartussen kreken en rivieren. Vanaf de Middeleeuwen vinden inpolderingen in de regio ten de behoeve van landbouwgronden plaats. In de 13e eeuw is de polder Oosterland tot stand gekomen. Naar men aanneemt is in de zuidoosthoek van deze polder Brielle ontstaan langs de dijk die nu nog in de stad te herkennen is als de Voor- en Nobelstraat. Op deze gunstige plek, op het kruispunt van de Maas en de 2 Goote, ontwikkelde Brielle zich tot een handelsnederzetting.Tijdens de begeleiding zijn resten van een stadsboerderij uit de Nieuwe tijd aangetroffen. In de oude kern van de stad zijn dergelijke bewoningssporen niet ongebruikelijk. De sporen geven aan dat in deze periode dit gebied intensief gebruikt is. Het vondstmateriaal is relatief beperkt en bestaat voornamelijk uit aardewerk dat uit ophogingspakketten afkomstig is. Deze pakketten zijn vermoedelijk direct voor de bouw van het huidige gebouw opgebracht. De overige vondstcategorieën zijn kleipijpmateriaal, keramisch bouwmateriaal, visbotjes, ivoor, steen en glas. De vondsten zijn voornamelijk te dateren rond de het einde van de 17e eeuw. De sporen betreffen fundamenten van een stadsboerderij, twee waterputten, twee afwateringsgootjes, twee mestgoten, werkvloeren van baksteen en delen van plavuizen vloeren en een waterkelder. Het plangebied kan qua archeologische kwaliteit als hoog worden gewaardeerd. Een waardestelling en selectieadvies worden niet gerapporteerd, aangezien de fundamenten van de nieuwbouw aangelegd zullen worden in de begeleide delen. Dit rapport verwoordt de resultaten van deze begeleiding.
