In opdracht van Ter Steege Bouw Vastgoed heeft het onderzoeks- en adviesbureau BAAC een archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek met behulp van boringen (verkennende fase) uitgevoerd in het plangebied Bedrijventerreinen Moleneind, Landweer en Danenhoef te Oss. Ter plaatse wordt een bedrijfshal gerealiseerd.
Het plangebied ligt op een landschappelijke overgang tussen hoog gelegen dekzandgebied op de Peelrand en de lager gelegen Maaskant. Behalve sporen van een landweer uit de 14e eeuw op circa 200 m ten westen van het plangebied zijn in de omliggende archeologische onderzoeken geen vindplaatsen aangetroffen. Dit is deels te verklaren door recente bodemverstoringen tot in de C-horizont. In het plangebied komt vermoedelijk een hoge zwarte enkeerdgrond (plaggendek) voor.
Voor het plangebied geldt op basis van het bureauonderzoek een hoge verwachting op het voorkomen van archeologische waarden vanaf het neolithicum tot in de volle middeleeuwen. Resten uit het paleolithicummesolithicum worden alleen verwacht indien een intacte podzolbodem aanwezig is. Hiervoor geldt een middelhoge verwachting. Voor archeologische overblijfselen uit de late middeleeuwen en nieuwe tijd geldt een lage verwachting.
Tijdens het inventariserend booronderzoek zijn 5 boringen gezet en 2 profielputjes gegraven. De aangetroffen bodemopbouw is tamelijk uniform. Van boven naar beneden zijn de volgende (hoofd-)lagen aangetroffen: - bouwvoor; - humeuze laag (plaggendek); - dekzand.
De onderzijde van het plaggendek is aangetroffen tussen 45 en 80 cm -mv (7,8 en 8,1 m +NAP). Hieronder bevinden zich natuurlijke (ongestoorde) dekzandafzettingen. In boringen 1, 2 en 5 is een BC-horizont aanwezig. In boring 4 ontbreekt het restant van de BC-horizont en ligt het plaggendek direct op de Chorizont. Boring 3 wijkt enigszins af van de overige vier boringen. Hier is het plaggendek dikker en gaat op 80 cm -mv abrupt over in lichtwitgeeldekzand. In de proefputten was zichtbaar dat boven de BC-horizont nog een dun restant van de B-horizont aanwezig is.
Dit betekent dat de oorspronkelijke natuurlijke bodem met het opbrengen van het plaggendek tot in de B-, BC- of C-horizont is verploegd/omgezet. Archeologische resten in de top van de bodem zijn dan voor een deel verploegd. Archeologische sporen kunnen daarentegen nog wel aanwezig zijn in de B, BC- of C-horizont.
Ter plaatse van het plangebied worden bij ingrepen vanaf 0,4 m-mv eventuele archeologische resten mogelijk bedreigd. BAAC adviseert hier om voorafgaand aan de bouwwerkzaamheden nader onderzoek in de vorm van een proefsleuf uit te voeren om vast te stellen of zich hier inderdaad behoudenswaardige archeologische resten in de ondergrond bevinden.
